Het officiële startschot van de astronomische lente is nog maar net gegeven en de stinkende gouwe is al onmiddellijk aan een groeispurt begonnen. Je vindt de plant op verwilderde plekken, tegen gevels, op muren en tal van andere plaatsen. Door de zachte maand maart verschijnen …
Wit vetkruid groeit op steenachtige plaatsen, op muurtjes, dijken, in duinen, in bermen van autowegen en op voedselarme, open en droge plaatsen. Geen wonder dus dat we het in de binnenstad van Brugge vonden. Lekker tegen een gevel. Deze plant komt van oorsprong uit de …
Winterpostelein (Claytonia perfoliata) is een uitheemse eenjarige plant uit de bronkruidfamilie. De plant is tijdens de bloei gemakkelijk te herkennen aan de schotelvormige bladeren, waar de (bloei)stengel doorheen lijkt te groeien. Het is een klein gewas met een prachtige groene kleur, lekker knapperige, sappige blaadjes op steeltjes en bomvol vitamine C en ijzer.
Voorkomen
De plant is oorspronkelijk afkomstig uit het westen van Noord-Amerika.
Op het trottoir ga je de plant niet vinden, maar meer kans heb je onder laanbomen, in middenbermen, begraafplaatsen, plantsoenen, stadstuintjes, duinbossen en tegen muren in een stedelijke omgeving.
Naamgeving
Claytonia is genoemd naar John Clayton (1694–1773), die in Amerika veel planten verzamelde. Perfoliata is afgeleid van de Latijnse woorden “per” (door) en “folium” (blad) vanwege de steel die schijnbaar door het blad is gegroeid.
Verwar winterpostelein niet met postelein (Portulaca oleracea). Die stamt waarschijnlijk uit India, maar het wordt al eeuwenlang als groente gekweekt. Winterpostelein behoort tot dezelfde familie, maar tot een ander geslacht.
Winterpostelein – de naam zegt het eigenlijk al – is helemaal niet vorstgevoelig. Integendeel… Eens je het in je tuin hebt, vormt het elk jaar spontaan een winterdekentje.
Beschrijving
De Duitse benaming ‘Tellerkraut’ zegt veel over zijn uiterlijk. De vlezige bladeren die aan de uiteinden van de dunne stengels van 10-30 cm lang groeien, zien eruit als borden of kleine kommen. In het voorjaar groeien er kleine, zachte witte bloemen in het midden. De bladeren van de plant zijn opvallend felgroen, vlezig en hebben een gladde rand, bedekt met een wasachtige laag. Ze hebben drie verschillende vormen: basale, volwassen en deze die geassocieerd worden met de bloemen.
De cirkelvormige bladeren rond de bloemstengels zijn eigenlijk twee bladeren die samengevoegd zijn, zonder de typische bloemblaadjes die rechtstreeks aan de stengel zitten. Naarmate de plant ouder wordt, verkleuren de bladeren naar rood.
De zaden van de winterpostelein ontkiemen alleen bij temperaturen onder de 12°C, meestal pas na oktober. Ze vormen een bladrozet en overleven zo de winter, zelfs bij koud weer.
Tijdens de winter overwinteren de planten als een rozet, waarin de ruitvormige bladeren op lange stelen staan. Als ze gaan bloeien, ontstaan er bloemstelen uit de oksels van deze vlezige rozetbladeren, die onder de bloeiwijze lijken op doorboorde bladeren.
De stengels van de plant zijn rechtopstaand, kaal, glad en enigszins vlezig, met een lichtgroene tot roodachtige tint. Ze groeien vaak in groepen. De rozetbladeren hebben lange stelen en zijn ruitvormig tot eirond, variërend van groen tot geelgroen, afhankelijk van de groeiplaats. Het bladpaar onder de bloeiwijze is vergroeid en lijkt op een schoteltje.Het vruchtbeginsel groeit meestal na zelfbevruchting uit tot een doosvrucht, omhuld door twee groene kelkbladeren. In de doosvrucht ontstaan de zaden, die een mierenbroodje hebben. Mieren verspreiden graag dit zaad door het mee te nemen naar hun nest.
Culinair
Voor velen, en misschien ook voor u, wordt het vaak beschouwd als niet meer dan een hinderlijk onkruid. Echter, dit doet de plant ernstig tekort. Het is niet alleen lekker van smaak, maar het bevat ook een overvloed aan voedingsstoffen. Volgens een studie gepubliceerd in het ‘Journal of the American Dietetic Association’bevat 100 gram winterpostelein een derde van uw dagelijkse behoefte aan vitamine C, 22% van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine A en 10% van de dagelijkse ijzerbehoefte. Tijdens de goudkoorts aten mijnwerkers het om scheurbuik te voorkomen. Vandaar dat het in het Engels ook ‘Miner’s lettuce’genoemd wordt.
Deze plant is geschikt om te gebruiken als groente, zowel rauw in salades als gekookt zoals spinazie. Het is het beste om de plant te oogsten voordat hij gaat bloeien.
Meestal wordt het rauw gegeten in salades, maar het is niet zo delicaat als gecultiveerde sla. Soms wordt het gekookt als spinazie. De smaak is trouwens vergelijkbaar met die van spinazie.
Voorzichtigheid is geboden want – net als spinazie en rabarber bijvoorbeeld – kan winterpostelein grote hoeveelheden natriumoxalaat bevatten. Dat merk je aan stroeve tanden die je ook ervaart als je rabarber eet. Dit onttrekt kalk aan het skelet, dus je moet het niet te vaak eten.
Een winterslaatje
Winterpostelein, rauw samen met veldsla, enkele sneetjes rauwe champignon, bestrooid met geroosterde pompoenpitten vormen een heerlijk slaatje. Af te werken met vinaigrette.
Je kan winterpostelein rauw gebruiken in een diverse winterse salades. Ook geschikt om te roerbakken of in een stamppot. Let op, het slinkt behoorlijk, net zoals spinazie.
Zelf kweken?
Als je in je winterkeuken wilt experimenteren met de relatief onbekende winterpostelein, kun je hem vinden in biologische winkels, op de weekmarkt in het bio-kraam of in zeer goed gevulde supermarkten. En misschien groeit hij al onopgemerkt als een zogenaamd onkruid in je tuin? Zelfs mensen zonder extra groene vingers kunnen de decoratieve groenten het hele jaar door zelf zaaien. Het plezier is niet alleen voorbehouden aan tuineigenaren, want een balkonbak is al voldoende. Na zes tot acht weken is hij zo gegroeid dat hij kan worden geoogst. ‘Als de plant niet te diep wordt gesneden, groeit hij zo weer terug.
Winterpostelein in de volksgeneeskunde
De plant werd gebruikt bij scheurbuik en andere tekorten aan Vitamine C. Bij verschillende indianenstammen werd de plant gebruikt bij reuma en bij oogontstekingen.
De bladeren zijn licht laxerend. Afgezien van zijn waarde als een voedende groente die rijk is aan vitamine C, kan het ook worden ingenomen als een verkwikkende lentetonicum en een effectief diureticum. Een papje van de gepureerde planten kan aangebracht worden op reumatische gewrichten.
Belangrijke opmerking
Deze site vervangt geen deskundig advies voor medische behandeling. Raadpleeg altijd een deskundig zorgverstrekker of arts. Ook wat betreft de op deze website aangeboden culinaire recepten mag u deze niet beschouwen als deskundig advies. Daarvoor dient u zich te richten tot een gehomologeerde arts, fytotherapeut of diëtist.
De auteurs van Stadsplanten.be zijn niet verantwoordelijk voor eventuele schade, van welke aard dan ook, als gevolg van het gebruik van planten voor medische of culinaire doeleinden. De auteurs kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor aanspraken die voortkomen uit de verkeerde determinatie van een kruid of het verkeerde gebruik ervan in de ruimste zin van het woord.
Onlangs, op 26 maart 2024, volgden we in het Natuurcentrum Beisbroek (Brugge) een basiscursus mossen, onder leiding van dhr. Hans Vermeulen. Stel je voor: een wereld waar eenvoud de essentie van elegantie vormt. In deze onverwachte rijkdom van de natuur schitteren mossen als de meest …
Zeggen dat het Klein kruiskruid bloeit is echt een understatement. Het zal nooit de prijs winnen voor de meest weelderige bloemenpracht, en het is geen elegante verschijning op de catwalk van de natuur. Voor velen is het niet meer dan een lelijk en irritant onkruid. Maar …
Je verwacht de paarse dovenetel (Lamium purpureum) wellicht niet meteen in een drukke winkelstraat, maar eerder in akkers, moestuinen en wegbermen. Maar, deze plant gedijt ook op plekken waar je hem misschien niet zou verwachten. Van een verweerde stadsmuur, een straatgoot, een braakliggend perceel, een voortuin, een plantsoentje of zelfs een stoeprand maakt hij geen probleem. Hij gedijt bij voorkeur op beschaduwde plaatsen met vrij vochtige grond, maar hij is ook niet vies van een plekje in de zon. Een allrounder dus!
De paarse dovenetel is wijdverspreid in West-Europa. Dit bijzondere kruid, dat tussen de 10 en 30 cm hoog kan worden, trekt meteen de aandacht met zijn opvallende bloempjes in roze tot paarse tinten. Maar dat is nog niet alles: zelfs de bovenste delen van de stengel kunnen een paarse kleur aannemen, waardoor de plant nog meer in het oog springt. En het beste van alles? Hij bloeit niet alleen van maart tot eind november, maar verrast ons tijdens zachte winters ook tijdens de wintermaanden met zijn fijne, paarse bloempjes.
Geen familie
Zijn bladeren vertonen gelijkenissen met die van de brandnetel, maar geen paniek! Net als zijn neefjes, de witte en de gele dovenetel, prikt hij niet. Zijn naam verraadt het trouwens al een beetje: hij heeft niet de vervelende brandharen van de brandnetel. Dit maakt het mogelijk om hem zonder zorgen aan te raken of te plukken. Paarse dovenetel en brandnetel zijn trouwens totaal geen familie van mekaar. De dovenetel behoort tot de lipbloemenfamilie (Lamiaceae), en de brandnetel behoort tot … wat dacht je… de brandnetelfamilie (Urticaceae).
Naamgeving
De Nederlandse naam dovenetel heeft te maken met de bladeren. Die lijken op de bladeren van de brandnetel. Het woord ‘netel’ is afkomstig uit het Angelsaksisch en afgeleid van het woord ‘noedl’ of naald. Lamium is afgeleid van het Griekse woord lamos (muil of keelgat) en heeft betrekking op de muilvormige bloemkroon. Purpureum betekent uiteraard ‘purperkleurig’.
De paarse dovenetel stond vroeger ook bekend als de ‘rode aartsengel’, ‘Red Archangell’ in het Engels, en wordt hij ‘Red Dead-nettle’ genoemd. In het Frans heet hij ‘Lamier pourpre’, en in het Duits ‘Rote Taubnessel’. Het is wel grappig dat hij in de ene taal paars is, en in een andere dan weer rood.
Eetbaar
En het wordt nog beter! Deze smakelijke plant voegt een heerlijke twist toe aan je salades. Maar wees verstandig en verzeker je ervan dat je wel degelijk de paarse dovenetel plukt, want we willen niet dat je per ongeluk een andere plantensoort gebruikt. Verwar ze niet met de hondsdraf. Al is dat op zich niet zo erg, want ook die kan gebruikt worden in salades, kruidenboter, limonades of thee.
Als je paarse dovenetel gaat plukken kijk dan wel uit waar hij groeit; bermen langs drukke autowegen of plekken waar je vriendelijke buurman met zijn trouwe viervoeter is gepasseerd, zijn niet meteen ideaal voor culinaire avonturen! Maar dat had je wellicht al door.
Pas op! Als je van plan bent om de paarse dovenetel te plukken, wees dan extra voorzichtig! Het is ook één van de bloemen waar hommelkoninginnen naartoe worden gelokt. Ze maken maar al te graag gebruik van de nectar van de paarse dovenetel. Dus voordat je plukt, denk eraan dat je mogelijks een belangrijke voedingsbron voor deze prachtige insecten kunt verstoren.
Vrolijk
Meer dan 400 jaar geleden beschreef John Gerard* de paarse dovenetel op een manier die je direct doet glimlachen: hij vergeleek de bloemen met suiker en rozen, en wanneer je ze samenvoegt, krijg je de heerlijke smaak van suikerrozen! Maar dat is nog niet alles, het gedestilleerde water van deze betoverende bloem werd gebruikt om het hart op te vrolijken, de gloed op je gezicht terug te brengen en je levensenergie te verfrissen. Dus als je een oppepper nodig hebt, hoef je alleen maar de vrolijke paarse dovenetel te gebruiken en zijn magie doet de rest!
(*) John Gerard (ook bekend als John Gerarde, 1545-1612) was een Engelse botanicus die een uitgestrekte tuin onderhield in Holborn, nu een deel van Londen. Zijn 1.484 pagina’s tellende geïllustreerde boek ” The Herball, or, Generall historie of plantes” voor het eerst uitgegeven in 1597, groeide in de 17de eeuw uit tot een populair referentiewerk over tuinieren en kruiden in het Engels taalgebied.
Culinair
Laten we ontdekken wat voor lekkers we uit deze fantastische plant kunnen halen! We beginnen met de zoete nectar die we uit de bloemen kunnen halen. Maar wist je dat de hele plant gebruikt kan worden in een frisse salade? Jonge scheuten, de bovenste delen van de paarse dovenetel, zijn mooi purper- tot paarskleurig en samen met de kleine bloemetjes prachtig te gebruiken voor garnering. Hoewel, als de plant ouder wordt, wordt de steel wat taaier, dus laten we ons focussen op de heerlijke, jonge scheuten!
Oh, en laten we niet vergeten hoe heerlijk een kopje thee is dat je kunt trekken van zowel de verse als de gedroogde bloemen. En als je zin hebt in iets warms, waarom zou je dan niet wat paarse dovenetelbladeren koken en ze bereiden als een smakelijke vervanger voor spinazie?
En daar houdt het niet op! De jonge planten zijn perfect om toe te voegen aan groenteschotels en sauzen, waardoor ze een heerlijke, voedzame boost krijgen. Welke keukenprins(es) voelt zich geroepen?
Medicinaal
Laten we eens dieper ingaan op de medicinale toepassingen van de paarse dovenetel. Dan wordt het pas echt opwindend! Sinds mensenheugenis is deze plant geroemd om zijn geneeskrachtige eigenschappen.
De hele plant zit boordevol geneeskracht, en dat is nog zachtjes uitgedrukt! Hij heeft diuretische, zweet afdrijvende en laxerende eigenschappen. In dat opzicht hoeft hij zelfs niet onder te doen voor de paardenbloem. Hij helpt zelfs als middel tegen ontstekingen, bacteriën en schimmels. Het is ook nog eens een tonicum dat je energie een boost geeft. Hoe fantastisch is dat!
En, alsof dat nog niet genoeg is, laten laboratoriumtesten zien dat de olie van de zaden een schat aan antioxidanten bevat. Wat een krachtpatser!
Stel je voor, je bent gevallen of hebt je gesneden… Een aftreksel van deze plant is een echte redder in nood bij bloedingen, terwijl verse gekneusde blaadjes wonderen verrichten wanneer ze extern worden aangebracht bij snijwondjes. En als je behoefte hebt aan wat extra zweet, kun je altijd genieten van een heerlijke kop thee gemaakt van het gedroogde kruid, gezoet met wat heerlijke honing. Niet alleen zal het je laten zweten, maar het werkt ook nog eens op de nieren, waardoor je je van binnen en van buiten helemaal fris en energiek voelt!
Dus, laten we samen op avontuur gaan en op zoek gaan naar de paarse dovenetel. Iedereen kan ‘m vinden, en met zulke geweldige eigenschappen is het echt een natuurlijke schat om te koesteren! Maar, en dit is echt belangrijk… pas wel op! Overmatig gebruik van de thee kan een behoorlijk laxerend effect hebben. Dus wees gewaarschuwd!
Pluk de verse, eetbare blaadjes en bloemetjes of droog ze. De blaadjes en bovenste plantdelen kunnen toegevoegd worden aan salades. De plant is heel voedzaam, heeft een hoog ijzergehalte, veel vitaminen en vezels. Je kan er ook een lekkere thee van bereiden.
Thee (infusie)
Geneeskrachtige thee: 2 eetlepels vers of gedroogd kruid op 1 kop water, 10 min. laten trekken, zeven en per halve kop opdrinken als laxeermiddel en/of algeheel tonicum.
Disclaimer
Deze site vervangt geen deskundig advies voor medische behandeling. Raadpleeg altijd een deskundig zorgverstrekker of arts. Ook wat betreft de op deze website aangeboden culinaire recepten mag u deze niet beschouwen als deskundig advies. Daarvoor dient u zich te richten tot een gehomologeerde arts, fytotherapeut of diëtist. Lees daaromtrent onze disclaimer: Klik hier
Terwijl ik vanochtend mijn vertrouwde route naar de plaatselijke bakker liep, werd mijn aandacht plotseling getrokken door een overvloed aan minuscule plantjes met witte bloempjes. Ik herkende het onmiddellijk want het is maart, en zoals verwacht heeft dit kleine wonderplantje zijn stempel gedrukt op het …
Na die eerste zonnige dagen, wanneer de zuidelijke lucht zachter aanvoelt en de wereld ontwaakt uit haar winterslaap, explodeert de natuur van opwinding. De witte dovenetel (Lamium album) is één der eersten om ons eraan te herinneren dat de lente er zit aan te komen. En …
Wie dezer dagen een stapje buiten zet, wordt begroet door een spectaculaire vertoning. De recente zachtheid van het weer heeft een overvloed aan paardenbloemen doen opbloeien. Deze bloemen behoeven geen introductie. Wie kent ze niet? Met de eerste warme zonnestralen van maart verschijnen, de bekende gele bloemen in grote aantallen in wegbermen, gazons, en zelfs op muren, trottoirs en bruggen.
In West-Vlaanderen noemt men de plant wel eens de “pisseblomme” of de “beddepisser” vanwege de diuretische eigenschappen. In het Frans heeft de plant een net iets eleganter klinkende naam: “le pissenlit” of “le dent-de-lion”.
Medicinaal
In de vroege lente, als we met z’n allen bezig zijn ons lichaam te zuiveren – is dat zo? – komt de paardenbloem als geroepen. De geneeskrachtige en reinigende werking van paardenbloem is legendarisch. Al in de 15de eeuw wordt in het westen melding gemaakt van de geneeskundige toepassingen. Officinale betekent trouwens dat het vroeger erkend werd als werkzaam medicijn. Je zou bijna kunnen zeggen dat het een ‘kwaliteitslabel’ is.
Paardenbloem stimuleert de gal en de lever. Daarnaast is het een antilithicum, wat betekent dat het de vorming van galstenen voorkomt.Paardenbloem stimuleert ook de spijsvertering en is, zoals reeds gezegd, vochtafdrijvend.
Recente wetenschappelijke onderzoeken hebben aangetoond dat paardenbloem mogelijks kan ingezet worden bij de behandeling van sommige kankers. De eerste positieve resultaten in het laboratorium hebben geleid tot meer gesubsidieerd wetenschappelijk onderzoek. Een volgende stap is onderzoek bij proefdieren en mensen. De resultaten bij patiënten moeten worden afgewacht voordat met meer zekerheid over de werkzaamheid van paardenbloemen uitspraken gedaan kunnen worden.
Culinair
De bladeren, bloemen en wortels zijn allen eetbaar, echter de stengels zijn het minst eetbaar. Het sap uit de stengels is licht giftig. Van maart tot juni zijn de bladeren te plukken lekker in salades maar ze hebben een licht bittere smaak. Er zitten veel bitterstoffen in, met name bij de oude bladeren in de zomer.
Ritueel
De Paardebloem speelt ook een merkwaardige rol in oude gebruiken en bijgeloof. Veel mensen geloven dat deze planten het weer of de toekomst van iemand kunnen voorspellen. Ook rookten boeren vroeger hun huis en stallen uit met paardebloemen, om hun boerderij te reinigen van onzuiverheden. Het bekendste bijgeloof over paardebloemen is een wens doen tijdens het weg blazen van de pluizen. Als je de pluizen weg kan blazen, zal je wens uit komen. Wie heeft als kind nooit het spelletje gespeeld waarbij je de pluizen moest wegblazen al zeggende: “Ze houdt van mij… ze houdt niet van mij, ze houdt van mij … ze houdt niet van mij…” Ik in ieder geval wel, en de uitkomst van het spel laat zich raden…
Slideshow
Aan de paardenbloem hebben we eerder al een aantal artikelen geweid. U kan die via de ‘zoek’-functie op deze website zeker terugvinden. Daarom houden we het deze keer kort en besteden we extra aandacht aan een slideshow. De beelden wisselen vanzelf om de vier seconden.
Laten we beginnen met een vraag: in welke maand bloeit het maarts viooltje? In koor … maart! Maar dat is een beetje kort door de bocht. Het maarts viooltje bloeit namelijk van maart tot in mei. Maarts viooltje (Viola odorata) is een inheemse en overblijvende plant …
Ik denk niet dat het zal gebeuren, maar mochten de planten ooit een wedstrijd organiseren voor de nederigste plant dan moet liggende vetmuur in ieder geval deelnemen. En de kans is groot dat het een medaille in de wacht sleept, als ze al niet op …
Het zachte voorjaarsweer van de voorbije dagen geeft letterlijk een boost aan de natuur. In het Prinselijk Begijnhof van Brugge bloeien de narcissen nu volop. De ‘paasbloemen’ doen hun best om met Pasen – en dat is niet meer zolang – op hun ‘paasbest’ te zijn. En je kan er niet naast kijken dat ook de wilde kruiden en planten met mekaar wedijveren in kleurenpracht. De paardenbloemen schilderen nu de wegkant, dat stukje braakliggende grond of die weide geel, net als het speenkruid. Hier en daar zag ik zelfs al een pinksterbloem in bloei.
Vandaag – we schrijven 18 maart 2024 – maakte ik foto’s van de eerste, frisgroene blaadjes van de paardenkastanje aan het Wijngaardplein te Brugge. De boom is altijd één van de eersten die in blad komen.
In mijn kindertijd – en dat is nu toch al ruim zestig jaar geleden – lag achter ons huis een lapje braakliggende grond waar mijn vrienden en ik talloze uren doorbrachten. Na onze avonturen vond ik mezelf vaak uitgestrekt op de grond, gefascineerd door de …
Momenteel vind je in nagenoeg elk straatje de kleine veldkers (Cardamine hirsuta); hetzij langs een gevelrij, in de straatgoot of in een (wat verwilderd) plantsoentje. Vandaag had ik wel erg veel geluk, want op een stukje braakliggend land stond een hele vegetatie van de kleine …
Langs de steegjes en tussen de gevels van de stad fladdert de zandraket vrolijk rond. Het is zo’n onopvallend wezentje dat je het gemakkelijk over het hoofd ziet als je last hebt van ‘plantenblindheid’, hoe alomtegenwoordig het ook is. Met zijn kleine bladrozet en een paar ondeugende bloemstengeltjes is hij een echte stadscowboy.
De zandraket, een import van de zonnige landen rond de Middellandse Zee, voelt zich hier helemaal thuis. Hij is perfect aangepast aan het stadsleven, net als een geboren en getogen local. En zoals de naam al doet vermoeden, gedijt hij het beste in een beetje zanderige bodem. Dus als je in de stad op zoek bent naar deze plant, houd je ogen op de grond gericht. De meeste kans heb je langs een gevelrij, op de stoeprand of op een oude, verweerde muur. Al is een ietwat verwaarloosd plantsoentje ook een habitat dat zijn voorkeur geniet.
Naamgeving
De naam van deze plant is bijzonder. Nu zullen de meeste mensen bij een raket in de eerste plaats denken aan de vliegende raketten van Nasa, maar daar heeft de zandraket niets mee te maken. Arabidopsis verwijst naar Arabië (Arabis komt van arabia, waarschijnlijk is dit een verwijzing naar de droge situaties waar vele soorten groeien).
De Nederlandse plantennaam raket komt van het Franse roquette, dat is afgeleid van het Latijnse eruca, de naam voor een koolplant. Thaliana is genoemd naar de Duitse arts en botanicus Johannes Thal (1542-1583).
Het zand in de naam ligt voor de hand: de open droge zandgrond waar het gemakkelijk groeit.
Beschrijving
De zandraket, eenjarig en behorend tot de Kruisbloemenfamilie (Brassicaceae), kenmerkt zich door bloemen met vier witte kroonblaadjes die een kruis vormen. Na de bloei vormen zich dunne, langwerpige vruchten, bekend als hauwen, die schuin uitsteken. Tijdens de vruchtzetting vertonen de bladeren vaak een rode tint. Deze plant kiemt in de herfst, vormt dan een kleine rozet en in het vroege voorjaar schieten rechtopstaande stengels met trossen witte bloemen uit deze rozet. Tegen de zomer volgt het afsterven van de plant.
Binnen de kruisbloemenfamilie komt een aantal soorten voor met witte bloemen. Een van deze soorten is Zandraket. In bloei is Zandraket redelijk uniek te noemen vanwege de tengere groeiwijze, het platte bladrozet en de vrij kleine bloemen met de afgeronde kroonblaadjes.
De witte kroonbladen zijn doorgaans klein, ongeveer 2 mm lang. Meestal zijn er slechts vier meeldraden aanwezig, wat afwijkt van het normale aantal van zes. De bloemen ondergaan meestal zelfbestuiving, waarbij de bovenstandige vruchtbeginsels uitgroeien tot hauwen van 2-3 cm groot. Deze hauwen zijn rond van vorm en bevatten kleine zaden. Vaak vormen de steel en de hauw samen een lichte hoek ten opzichte van elkaar.
De spil van de tros buigt zich bij regen en ’s nachts neer om de bloemen tegen het indringen van vocht te beschutten.
De meerderheid van de bladeren bevindt zich onderaan, gegroepeerd in een wortelrozet. Deze bladeren variëren van eirond tot lancetvormig en hebben geen insnijdingen. Ze zijn bedekt met haren die zichtbaar zijn onder een loep, waaronder zowel enkele als vertakte haren, evenals sterharen. De plant overleeft de winterperiode met behulp van dit rozet.
Voorkomen
Zandraket gedijt op open en zonnige locaties met droge tot matig vochtige omstandigheden. Deze soort wordt vaak aangetroffen op omgewerkte zandgronden en stenige plaatsen. Het komt voor op diverse locaties, waaronder dijken, bermen, open grasland, akkers, plantsoenen, duinen, braakliggende terreinen en ruderale habitatten. Daarnaast groeit zandraket op muren, in heggen, spoorwegbermen, tussen straatstenen, op rotsen en langs oevers. Oorspronkelijk afkomstig uit het Middellandse Zeegebied, heeft deze eenjarige plantensoort zich verspreid naar alle continenten van de wereld.
Wetenswaardig
De zandraket staat bekend als de eerste plant waarvan het volledige genoom in kaart is gebracht en wordt regelmatig gebruikt in uiteenlopende genetische onderzoeken vanwege haar capaciteit om snel meerdere generaties voort te brengen. Met slechts vijf chromosomen en een korte levenscyclus, is de zandraket een ideale plant voor genetisch onderzoek.