Laat me je meenemen op een verrassende reis door het rijk van de korstmossen: Zwart-op-wit korst; en een uitstapje in de wereld van de miljoenpoten: het penseeltje (Polyxenus lagurus). In een betoverend spel van kleuren en texturen, vindt dit korstmos meestal zijn thuis op de jonge …
In de stadsjungle vind je momenteel één van de verborgen juwelen van de natuur: de “Kleine veldkers”. Dit kleine stoepplantje staat trots in bloei, tegen oude historische gevelmuren, in plantsoenen, in straatgoten en tussen de kieren van oude muren. De kleine veldkers, wetenschappelijk bekend als …
In de schaduw van een bos of in verborgen hoeken van een stedelijke begraafplaats, schuilt een mysterieus lid van de Cladoniaceae familie: bruin bekermos (Cladonia grayi). Geduldig wachtend, onthult het zich zelden aan het oog van de waarnemer. Maar wanneer het dat wel doet, is het als het vinden van een mysterieus juweeltje. Dit bruin bekermos is een bescheiden, maar betoverende creatie van de natuur. Hoewel het in vlaanderen vrij algemeen voorkomt is elke vondst telkens weer een verrassing. Onder mijn macro-lens ontvouwt zich een wereld van bekervormige structuren waartussen zich kleine diertjes bewegen als in een mini-biotoop, een mini-universum, een symfonie van vormen en texturen die de zintuigen en de verbeelding betovert.
Bruin bekermos is thuis op diverse podia: bomen, de aardse grond, hout en zelfs steen dienen als substraat. Elk oppervlak waarop het zich vastklampt, vertelt een verhaal van verbondenheid met de elementen, een verhaal dat ons uitnodigt om dieper te kijken en te begrijpen hoe deze bescheiden korstmossen een brug slaan tussen de aarde en lucht.
Symbiose
Korstmossen zijn stabiele en gedifferentieerde associaties van gespecialiseerde schimmels (de mycobionten), en eencellige of filamenteuze groene algen of cyanobacteriën (de fotobionten). Korstmossen zijn wijdverspreid en behoren tot de meest succesvolle mutualistische symbiosen.
Ze omvatten momenteel naar schatting ongeveer 20% van alle bekende schimmels. Dezelfde algensoorten kunnen in verschillende korstmossen voorkomen. Daarom is de naam van de korstmos ook de naam van de mycobiont (de schimmel). De fotobiont geassocieerd met Bruin bekermos is Asterochloris sp. een eencellig lid van de grootste familie van korstmosvormende groene algen, de Trebouxiaceae.
Terwijl schimmels het grootste deel van hun leven doorbrengen binnen de substraten waaruit ze voedingsstoffen onttrekken, zijn korstmossen permanent blootgesteld en aangepast aan extreme wisselingen in vocht, temperatuur, luchtkwaliteit en straling. Veel van wat uniek is voor morfologie, celbiologie en biochemie komt voort uit deze fundamentele ecologische aanpassingen.
De afgelopen dagen hebben we ons laten betoveren door de vroege bloei van de ‘Vroegeling’. Maar vandaag is het tijd om de schijnwerpers te richten op zijn metgezel, het bescheiden kandelaartje. Dit kleine plantje wordt vaak over het hoofd gezien, maar wie de moeite neemt …
We zijn begin maart en overal verschijnen de jonge scheuten van de brandnetel. Het is nu het moment om die frisse blaadjes te plukken voor een lekkere en gezonde brandnetelthee. Hoewel het kruid in de top 10 staat van de meest gehate onkruiden, is de …
Tijdens mijn recente, avontuurlijke ontdekkingstocht naar de prachtige Stedelijke begraafplaats Steenbrugge in het betoverende Brugge, werd ik vergezeld door mijn kompaan en mederedacteur, natuurfotograaf Nic Carsauw. Te midden van ons fascinerende avontuur, werden onze ogen plotseling getrokken naar de schattige ’trompetjes’ die speels tussen het gras tevoorschijn kwamen op de plek waar ooit een grafzerk had gestaan. Wat een mysterie! Gelukkig herkende Nic direct het charmante Bruin bekermos, maar voor mij was het een primeur die mijn nieuwsgierigheid naar dit wonderbaarlijke wezen alleen maar vergrootte.
Laat me je meenemen op een magische reis door het wonderlijke rijk van de korstmossen, waar het Bruin bekermos zijn thuis heeft gevonden. Dit sprookjesachtige korstmos, behorend tot het geslacht Cladonia, danst moeiteloos over stenen, bomen, hout en de aardse bodem. Zijn grondschubben, bescheiden van formaat, onthullen een witte onderkant. Maar wat dit prachtige wezen echt bijzonder maakt, is zijn innige symbiose met de alg Trebouxioid, een mysterieuze samenwerking in het adembenemende ballet van het leven.
Kenmerken
De anatomie van dit korstmos wordt gekenmerkt door holle, ongeveer 2 cm lange stelen, die variëren in kleur van lichtgrijs tot lichtgroen. Deze stelen, ook wel podetia genoemd, vertonen een opmerkelijke eigenschap: ze kunnen abrupt uitmonden in trechtervormige bekers. Deze bekers hebben een diameter van ongeveer 4 mm en vertonen een opvallend regelmatige vorm. Hun kleur varieert van grijsgroen tot grotendeels bruin door aanwezige pigmenten. Langs de rand van de bekers zijn vaak bruine tot zwarte puntvormige structuren te vinden, pycnidiën genaamd, waaruit ongeslachtelijke sporen worden verspreid.
Voortplanting
De voortplanting gebeurt zowel geslachtelijk als ongeslachtelijk. Het totale oppervlak van de stammetjes, inclusief de binnenkant van de bekertjes, is met fijne sorediën bedekt. Sorediën zijn structuren waarmee het korstmos zich vegetatief (ongeslachtelijk) kan voortplanten: het zijn stukjes thallus waarin zich zowel schimmeldraden als algen bevinden.
Ook kan het korstmos zich voortplanten door middel van fragmentatie. Delen van de korstmosstructuur kunnen breken en zich elders vestigen.
De bekerrand is vaak voorzien van bruine tot zwarte puntvormige pycnidiën (kogelvormige vruchtlichaampjes) waaruit ongeslachtelijke sporen worden afgegeven. (Bron: Nic Carsauw)
Voorkomen
Kopjesbekermos komt veel voor en komt in heel Europa voor op zand- en zandleembodems. Soms groeien ze ook op verrot hout of aan de voet van boomstammen op lichtrijke locaties.
Voor mij was het de eerste keer dat ik dit tot de verbeelding sprekende korstmos kon fotograferen. Ik hoop dat u, net als ik, van de foto’s kan genieten.
Laat me je vertellen over de betekenis achter de naam van dit intrigerende korstmos. De genusnaam Cladonia vindt zijn oorsprong in het oude Griekse woord klados, wat “spruit” betekent. Een passende benaming voor een organisme dat gedijt in groei en vernieuwing. De Latijnse soortnaam, fimbriata, voegt nog meer mysterie toe, met zijn betekenis van “vezelig” of “omzoomd“. Dus wanneer we de naam Cladonia fimbriata ontcijferen, ontvouwt zich een poëtisch beeld van “omzoomde spruiten“, wellicht een verwijzing naar de betoverende aanblik van de bekers met hun pycnidiën, die als delicate versieringen langs de randen van de groeiende spruiten pronken.
Bekermossen, zoals hun naam al doet vermoeden, hebben een opvallend kenmerk: ze vormen bekertjes die ‘podetiën’ genoemd worden. Deze podetiën zijn in feite verticale torentjes die omhoogschieten uit het ‘korstmoslichaam’ dat zich over de grond uitstrekt. De structuur van een bekermos bestaat dus uit een horizontaal deel dat de grond bedekt en een verticaal deel dat de vorm aanneemt van de bekertjes.
Hij, die naar de blauwe hemel turend op de lente hoopt, ziet nooit de vroegeling.Hij, die op zijn knieën in de modder naar de lente zoekt, vindt hem in overvloed. Verwondert het u waar de vroegeling zijn naam vandaan haalt? Wellicht niet! De vroegeling is, …
Elk jaar wacht ik vol ongeduld op dat betoverende moment waarop de eerste bloempjes van het Gewoon speenkruid tevoorschijn komen! Zodra de tedere streling van de voorjaarszon de aarde verwarmt, voel ik mijn hart sneller kloppen van opwinding, want in parken en bossen verkondigen de …
Vandaag heb ik een eerste keer deelgenomen aan een veldonderzoek dat gericht is op het begrijpen van de impact van het stadsklimaat op de biodiversiteit, met een focus op mossen en korstmossen. Dit onderzoek maakt deel uit van een groter project genaamd Hidden Biodiversity, gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO), en wordt uitgevoerd door de Bryologische en Lichenologische Werkgroep in samenwerking met de Hortus botanicus Leiden en Naturalis.
Stadsklimaat en hittestress
Het klimaat in stedelijke gebieden verschilt significant van dat in omliggende landelijke gebieden vanwege de verhoogde hoeveelheid bebouwing. Materialen zoals asfalt, steen en cement absorberen warmte snel en geven deze langzaam weer af. Vooral ’s avonds en ’s nachts, maar ook overdag tijdens de winter, kunnen de temperaturen in grote steden tot 4 à 5 graden hoger liggen.
Het begrijpen van het stadsklimaat is van belang om twee redenen. Ten eerste neemt de verstedelijking wereldwijd toe. Ten tweede leidt de stijgende temperatuur tot een grotere druk op stedelijke gebieden, waarbij hitte een steeds vaker voorkomend probleem wordt. Het is te verwachten dat dit probleem in de toekomst alleen maar zal toenemen. Naast hitte vormt ook de verminderde luchtkwaliteit tijdens warme zomerdagen een uitdaging in steden.
(Korst)mossen zijn bijzonder gevoelig voor veranderingen in hun omgeving, zoals hitte en luchtkwaliteit, waardoor ze uitstekende bio-indicatoren zijn om de invloed van hittestress op de biodiversiteit te meten. Dit onderzoek heeft tot doel om deze impact te meten en in kaart te brengen. Iedereen kan deelnemen want er is geen specifieke voorkennis vereist.
Meer informatie over het project is te vinden op de website: https://www.verspreidingsatlas.nl/projecten/blwg/stadskorstmossen/
Resultaat van mijn deelname aan het onderzoek in Brugge
Tot mijn verbazing kreeg mijn onderzoek een code ROOD toegewezen, wat duidt op aanzienlijke hittestress. Ik had verwacht dat dit in een relatief kleine stad als Brugge, met zijn vele kanalen, minder uitgesproken zou zijn. Dit toont echter aan dat zelfs in Brugge de biodiversiteit lijdt onder de toenemende opwarming van het klimaat in het algemeen, en lokale hittestress in het bijzonder.
Op donderdag 7 maart 2024 herhaalde ik, samen met mijn collega Nic Carsauw, het onderzoek op het Walplein in Brugge. Deze keer was het resultaat: matige hittestress, hetgeen niet verwonderlijk is omdat het Walplein aan de rand van de stad ligt in de onmiddellijke buurt van het Prinselijk Begijnhof, een groene zone.
Laten we het hebben over een echt coole gast in het bos: Cladonia! Geen mos deze keer maar een echt korstmos. Je komt ‘m hier en daar tegen, tussen andere mossen of aan de voet van een boom. Het heeft een grijsgroene kleur en ziet er …
Op deze stralende voorjaarsdag ben ik vol enthousiasme de stad ingetrokken, vastberaden om de eerste tekenen van de naderende lente te ontdekken. Met de zon op mijn gezicht en een sprankelende energie in mijn stap, speurde ik de omgeving af naar de kleurrijke pracht van …
Vroeger dachten biologen dat de ware natuur ver verwijderd was van stedelijke gebieden, verstopt in bossen, duinen, vennen en andere afgelegen plekken. Maar nu groeit de interesse in alles wat leeft binnen de stad met de dag. En dat is geweldig nieuws!
In de stad gedijen specifieke soorten en onderzoekers zijn nieuwsgierig naar de invloed van het stedelijke milieu op de biodiversiteit. Op dit moment is er een onderzoek gaande waar iedereen aan kan deelnemen. Het is helemaal niet moeilijk! Hier is een korte uitleg.
Bruggeling Tim Claerhout, bioloog (RUG), is doctoraasstudent aan de Hortus botanicus in Leiden. Hij doet onderzoek naar het effect van het micro-klimaat in de stad op de biodiversiteit, meer bepaald met betrekking tot mossen en korstmossen.
Iedereen kan meewerken aan dit wetenschappelijk experiment. In het filmpje hieronder leggen we uit hoe het onderzoek in z’n werk gaat.
Zo doe je mee
1. Kies 5 vrijstaande bomen langs een weg, op de stoep, of op een grasveld in een park. De vijf bomen staan in een rij of groep niet verder dan 100 meter uit elkaar. Ook mogen de bomen niet scheef staan. De dikte moet minimaal de breedte van een vel papier (21 cm) zijn. Op deze bomen moeten op ooghoogte korstmossen groeien.
2. Download en print de zoekkaart. (Klik op deze link) Hierop staan vijf groeivormen van mossen en korstmossen afgebeeld. Lees de beschrijvingen goed en probeer ze als oefening vooraf op wat bomen terug te vinden. We gebruiken in dit onderzoek groeivormen, omdat er heel veel soorten zijn en het lastig is om ze allemaal op naam te brengen.
3. Begin bij de eerste boom en schat de hoeveelheid van elk van de 5 typen groeivormen: geen / weinig / veel. Geen betekent dat je dit type niet met zekerheid hebt gezien. Weinig betekent dat je het type op een paar plekjes hebt zien groeien. Veel betekent dat dit type een flink deel van begroeiing op de boomstam uitmaakt. We geven geen exacte grenzen omdat de hoeveelheid korstmos per boom verschilt. Kijk alleen naar de begroeiing rond ooghoogte (+/- 1,5 tot 2,0 meter) en aan de meest begroeide zijde van de boom.
4. Herhaal dit totdat je 5 bomen hebt onderzocht.
5. De gegevens voer je in via deze website met de knop hieronder. Je kunt de gegevens direct in het veld invoeren. Je kunt de gegevens ook op een formulier invullen en thuis invoeren.
6. Ben je klaar, dan wordt er een score berekent.
7. Jouw telling komt op de kaart te staan. Deze is voor iedereen zichtbaar.
Elk jaar opnieuw raak ik betoverd door de prachtige, knotsvormige bloeiwijze van het Groot hoefblad (Petasites hybridus)! Het is werkelijk een magisch gezicht. In Brugge zijn er elk jaar talloze exemplaren te vinden aan de voet van de Poertoren en aan de oevers van de …
Laten we het vandaag hebben over het prachtige muurdubbeltandmos (Didymodon vinealis), een juweel in de kleimosfamilie (Pottiaceae), de meest talrijke familie van mossen ter wereld. Muurdubbeltandmos gedijt in warmte en omarmt liefdevol een alkalisch, vaak kalkrijk substraat, zoals het betoverende kalkrijke duinzand, de verweerde charme …