De afgelopen nacht heeft het geregend, en de komende dagen wordt nog meer neerslag verwacht! Dat moet als muziek in de oren klinken van pad-den-stoe-len-lief-heb-bers. Wat een scrabblewoord is dat!
Door de warmte en de droogte van de voorbije weken was het tot nog toe maar matig gesteld met de paddenstoelen, maar daar komt snel verandering in want wie kent niet de zegswijze: “ze schieten als paddenstoelen uit de grond”. Gisteren waren ze er niet, vandaag zijn ze ineens met heel veel, en enkele dagen later zijn ze weer verdwenen.
En neen… paddenstoelen zijn geen planten! Het zijn de vruchtlichamen van een schimmel die onder de grond of in de boomschors leeft. Dat netwerk aan schimmeldraden – het mycelium – krijgt bovengrondse uitlopers waarop paddenstoelen groeien en die zien we. Een paddenstoel kun je dus in zekere zin vergelijken met een vrucht, met dat verschil dat er geen zaden in zitten maar sporen.
In dat opzicht horen paddenstoelen dus niet thuis in een website over wilde planten, maar omdat de herfst nadert en omdat ze veel mensen aanspreken willen we het er toch even over hebben. Ze hebben ook prachtige kleuren en vormen, om van hun namen nog maar te zwijgen: duivelsei, heksenboter, panteramaniet, spinragblauwspoorkorstje… noem maar op!
Horen paddenstoelen dan thuis in de stad? Absoluut! Uiteraard zal je ze midden op een trottoir niet vinden, maar een voortuintje of grasperkje kan al voldoende zijn om paddenstoelen te vinden, vooral als de omstandigheden geschikt zijn voor hun groei. Veel soorten paddenstoelen zijn aangepast aan verschillende habitats, en sommige zijn te vinden in gazons, parken en andere stedelijke groene ruimten. Ze kunnen in de grond groeien of op rottend organisch materiaal zoals dode boomwortels, bladeren of mulch.
Parken in dorpen en steden kunnen verschillende soorten paddenstoelen herbergen. Sommige soorten zijn mycorrhiza, wat betekent dat ze wederzijds voordelige relaties aangaan met bomen en planten in het park, terwijl andere soorten saprofytisch zijn en zich voeden met rottend organisch materiaal.
Het zijn zowel ‘sluipmoordenaars’ – ze kunnen een grote boom vellen – als ‘opruimers’ want ze spelen een cruciale rol bij het afbreken van dood hout en het terugbrengen van voedingsstoffen naar het ecosysteem. Het zijn dus ook nog eens ‘recycleerders’. Het zijn echte krachtpatsers maar stille werkers.
Paddenstoelen hebben geen bladeren, stengels of wortels. De schimmeldraden in de grond zijn dus geen wortels! Planten kunnen via hun blad zonlicht en water omzetten in voedsel. Maar paddenstoelen kunnen dat niet. Die leven van bijvoorbeeld bladeren en afgestorven takken.
Het is belangrijk op te merken dat hoewel veel paddenstoelen onschadelijk of eetbaar zijn, sommige giftig kunnen zijn. Daarom is het van cruciaal belang om voorzichtig te zijn bij het hanteren en consumeren van wilde paddenstoelen. Als je geïnteresseerd bent in het zoeken naar eetbare paddenstoelen, is het raadzaam om van experts te leren en absoluut zeker te zijn van de soort die je verzamelt, aangezien het consumeren van giftige paddenstoelen extreem gevaarlijk kan zijn.