Op safari in de stad – deel 9
14 juli 2024. Wat een dag! Vandaag hebben we opnieuw de stad verkend op onze eigenzinnige safari, waarbij onze focus vooral lag op de verbazingwekkende diversiteit aan planten die we op oude muren en tussen de straatstenen aantroffen. Tot onze grote verrassing ontdekten we een aantal bijzondere planten die je op die plekken absoluut niet zou verwachten. En toen we ook nog een zeldzame soort tegenkwamen, was onze dag compleet.
Lees verder en laat je verrassen door onze ontdekkingen…
Gele kamille – Anthemis tinctoria
Deze soort is een zeldzame parel in de stad en nog zeldzamer elders, maar gelukkig wordt hij ook uitgezaaid. Hoewel de ontmanteling van oude vestingwerken de plant heeft teruggedrongen, heeft hij nieuwe kansen gekregen, vooral op spoorwegterreinen. Wat een spannende comeback!
Met zowel zonnige gele lintbloemen als opvallende buisbloemen is het een echte blikvanger. Voeg daar de fijnverdeelde, slipvormige geveerde bladeren aan toe, die doen denken aan andere kamillesoorten, en je hebt een prachtige plant om te bewonderen. Deze planten groeien in groepen dankzij hun ondergrondse wortelstokken en kunnen behoorlijk imposant worden. Een opmerkelijk verschil met Echte kamille: de geur ontbreekt. We vonden deze exemplaren op een oude muur in Damme.
Al sinds de late Middeleeuwen is deze plant een veelzijdige schat. Naast zijn rol als sierplant leverde hij ook nog eens prachtige citroengele en olijfgroene verfstoffen. Bovendien werd hij ingezaaid om zand te binden. Wat een indrukwekkende geschiedenis!
https://www.floravannederland.nl/planten/gele_kamille
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gele_kamille
https://www.ecopedia.be/planten/gele-kamille
Kompassla of wilde sla (Lactuca serriola)
De kompassla, ook bekend als wilde sla is een een- of tweejarige plant uit de composietenfamilie (Compositae of Asteraceae). Deze plant dankt zijn Nederlandse naam aan de unieke eigenschap dat de gedraaide bladtoppen de noord-zuidrichting aangeven.
Aan de rij flinke stekels onder de middennerf van de bladeren is de kompassla, Lactuca serriola, al heel goed te herkennen. Daarom wordt kompassla ook wel eens stekelige sla genoemd. Ook de blauwige kleur van de bladeren en het leerachtig, vlezig uiterlijk is onmiskenbaar.
Kompassla heeft een lange geschiedenis van traditioneel medicinaal gebruik. Het melkachtige sap van deze plant bevat een bittere substantie met verrassend kalmerende en pijnstillende eigenschappen. In sommige culturen is dit sap zelfs gebruikt als een natuurlijke vervanging voor opium! Hoewel de effecten veel milder zijn dan die van opium, blijft het een verbluffend voorbeeld van de geneeskrachtige kracht van de natuur.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kompassla
https://wildeplanteninbrugge.blogspot.com/2023/05/kompassla-lactuca-serriola.html
https://www.floravannederland.nl/planten/kompassla
https://www.ecopedia.be/planten/kompassla
https://www.wilde-planten.nl/kompassla.htm
Wilgenroosje – Chamerion angustifolium
De Nederlandse naam wilgenroosje dankt de plant aan het feit dat de bladen lijken op die van de wilg. Roosje is een algemene aanduiding voor “rode bloemen”.
De oude geslachtsnaam Epilobium komt van het Griekse epi (op de rand van) en lobos (peul), omdat de bloem op het lange vruchtbeginsel staat. Chamerion is afgeleid van het Griekse chamai (dwerg) en neros (vochtig). Angustifolium betekent ‘met smalle bladen’ wat een verwijzing is naar de inderdaad lange, smalle bladeren .
Het wilgenroosje bevat tamelijk veel ijzer en kalk en vitamine C, daarom wordt deze plant regelmatig in versterkende thee gebruikt. De looistoffen werken op de diarree e.d., zijn ook bloedstelpend. Evenals de (kleinbloemige) basterdwederikken bevat de plant ook sitosterol en betasitosterol. Deze stof heeft een goede inwerking op de prostaat.
De jonge scheuten en bladeren van deze plant zijn eetbaar en vormen een heerlijke wilde groente. Je kunt ze rauw gebruiken voor een unieke salade of gekookt als smakelijke groente. De gelachtige substantie van de plant kan soepen verrijken. De wortel wordt vaak gebruikt als saladegroente, en in Scandinavië maken ze er zelfs compote van. Gedroogde bladeren zijn perfect voor het zetten van thee, een traditie die vooral in Rusland populair is. De bloemknoppen kun je aan salades toevoegen of, net als kappertjes, inmaken in azijn om er in de winter van te genieten. Wat een veelzijdige plant!
https://nl.wikipedia.org/wiki/Wilgenroosje
https://wildeplanteninbrugge.blogspot.com/2016/08/wilgenroosje.html
https://www.ecopedia.be/planten/wilgenroosje
https://www.floravannederland.nl/planten/wilgenroosje
Jakobskruiskruid – Jacobaea vulgaris
Sint-jakobskruiskruid, of kortweg jakobskruiskruid, is giftige plant met gele bloempjes die de laatste jaren aan een opmars lijkt te zijn begonnen en die steeds meer voorkomt in de wegbermen, natuurgebieden en weilanden. Het is een pioniersplant die zich snel verspreidt naar open plekken in het gras of de berm.
Met Jakob wordt Sint-Jacob bedoeld. Het hoogtepunt van de bloei is op 25 juli, de kerkelijke feestdag van de apostel Jacobus.
De naam kruiskruid zou te verklaren zijn door het kruisgewijs staan van de bladeren. Maar over het algemeen is men het ermee eens dat dit een gehoorfout is. De naam komt eigenlijk van de Duitse naam ‘Kreuzkraut’ wat grijskruid betekent.
Jacobskruiskruid is giftig voor alle vee! Als paarden of rundvee het eten, worden de giftige stoffen in de lever opgeslagen. Het is trouwens ook giftig voor mensen. De bloemen bevatten tweemaal zoveel gif als de bladeren. Pas als de plant opgegeten wordt, worden deze verbindingen – met name in de dunne darm – omgezet in giftige, vrije alkaloïden die de lever aantasten.
Maar ongelukken gebeuren meestal niet door het eten van verse planten want dat is door de smaak niet te vreten.
https://wildeplanteninbrugge.blogspot.com/2016/06/jakobskruiskruid.html
https://nl.wikipedia.org/wiki/Jakobskruiskruid
https://www.dgz.be/nieuws/jacobskruiskruid-giftig-onkruid
https://www.floravannederland.nl/planten/jakobskruiskruid
Bezemkruiskruid – Senecio inaequidens
Pas sinds de jaren zeventig van de 20ste eeuw is bezemkruiskruid aan een duidelijke opmars bezig. Waarschijnlijk is de soort in 2004 een tweede keer in Europa is geïntroduceerd. Die tweede verspreiding schijnt te hebben plaatsgevonden vanuit het Middellandse Zeegebied.
Bezemkruiskruid is algemeen in Vlaanderen en één van de sterkst uitbreidende, invasieve soorten. Tegenwoordig komt bezemkruiskruid vrijwel overal in Vlaanderen voor. Als bezemkruiskruid gaat woekeren in natuurgebieden verdrijft hij zeldzamere soorten. Deze bedreiging zal steeds grotere vormen aannemen.
Het is een vaste plant uit de composietenfamilie (Asteraceae).
De Nederlandse naam bezemkruiskruid is afkomstig van de vorm, door de sterke vertakking lijkt een uitgetrokken plant wel wat op een bezem. De soortaanduiding inaequidens betekent ‘ongelijke tanden’.
Zoals vrijwel alle soorten uit het geslacht Senecio bevat de plant pyrrolizidine alkaloïden. Consumptie door mens en dier dient vermeden te worden. De consumptie kan leverbeschadiging tot gevolg hebben.
https://wildeplanteninbrugge.blogspot.com/search/label/Bezemkruiskruid
https://www.floravannederland.nl/planten/bezemkruiskruid
https://www.ecopedia.be/planten/bezemkruiskruid
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bezemkruiskruid
https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=29934
Gele helmbloem (Pseudofumaria lutea, synoniem- Corydalis lutea)
Gele helmbloem behoort tot de familie Papaveraceae. De plant werd in het begin van de 19de eeuw als sierplant vanuit de zuidelijke Alpen naar onze contreien gehaald. Vanaf 1824 vestigde de plant zich ook in het wild. De plant gedijt het best op beschaduwde, ietwat vochtige plaatsen. Klassieke plekken zijn oude muren of oude gebouwen in de stad.
De bladeren zijn eetbaar en kunnen in salades worden gebruikt. Naast de sierwaarde staat gele corydalis ook bekend om zijn geneeskrachtige eigenschappen. De plant heeft een lange geschiedenis van gebruik in de traditionele geneeskunde en is gebruikt om verschillende aandoeningen te behandelen, zoals spijsverteringsproblemen, hoofdpijn en menstruatiepijn. Er wordt ook gezegd dat het milde kalmerende en pijnstillende effecten heeft.
De actieve stoffen in gele corydalis zijn te vinden in de wortels en ondergrondse stengels. Deze verbindingen omvatten alkaloïden, die een breed scala aan fysiologische effecten op het lichaam hebben. Van sommige van deze alkaloïden is bekend dat ze pijnstillende eigenschappen hebben, terwijl van andere wordt gezegd dat ze een kalmerend effect hebben op het centrale zenuwstelsel.
Het is echter belangrijk op te merken dat de geneeskrachtige eigenschappen van gele corydalis niet algemeen zijn bestudeerd in modern wetenschappelijk onderzoek. Zoals met elke medicinale plant, is het het beste om een gekwalificeerde zorgverlener te raadplegen voordat u gele corydalis voor medicinale doeleinden gebruikt.
Literatuur: Stadsflora van de Lage Landen – Ton Denters- ISBN 978 90 5956 973 7, bij Fontaine Uitgevers, Tweede druk 2020; pg 116
https://wildeplanteninbrugge.blogspot.com/2023/08/gele-helmbloem-pseudofumaria-lutea.html
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gele_helmbloem
https://www.ecopedia.be/planten/gele-helmbloem
https://www.floravannederland.nl/planten/gele_helmbloem
https://appeltern.nl/nl/tuinadvies/plantenencyclopedie/corydalis_lutea_gele_helmbloem
https://wilde-planten.nl/gelehelmbloem.htm
Vlinderstruik – Buddleja davidii
In Brugge is op vele plaatsen, o.a. de kademuren de vlinderstruik te zien.
De vlinderstruik (Buddleja davidii) is een plant uit de helmkruidfamilie. In Europa is de soort vooral als tuinplant in gebruik, maar de plant komt ook verwilderd voor. De struik kan enige maar geen zeer strenge vorst verdragen, bij circa -15 °C kan de plant sterven.
De plant wordt vlinderstruik genoemd omdat hij vlinders aantrekt. Een andere benaming is herfstsering, omdat de bloeiwijze op die van de seringen lijkt. De plant bloeit met langwerpige bloeiwijzen van juli tot september. De bloemen van de wilde soort zijn lichtpaars, maar kwekers hebben ook donkerpaarse, roze en witte cultivars ontwikkeld. Geelbloeiende vlinderstruiken in Nederlandse tuinen behoren meestal tot Buddleja × weyerana, een hybride waarvan de vlinderstruik een van de kruisingsouders is. Deze is matig winterhard. De meeste vlinderstruiken zijn bladverliezend maar er zijn ook groenblijvende soorten. De struik kan zo’n drie meter hoog worden.
De soortaanduiding davidii verwijst naar pater Armand David. De plant komt van origine waarschijnlijk uit China.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Vlinderstruik
https://wildeplanteninbrugge.blogspot.com/2023/07/vlinderstruik-buddleja-davidii.html
Link naar de 12 meest recente artikelen
Ontdek meer van Stadsplanten
Abonneer u om de nieuwste berichten naar uw e-mail te laten verzenden.