Auteur: Marc Willems

Guttatie

Guttatie

Na een flinke regenbui is de natuur nat en hangen er overal druppels. Maar als het niet geregend heeft, is het een bijzonder vreemd gezicht. Hier bij een echte tonderzwam (Fomes fomentarius) waarbij grote druppels “zweet” aan de groeirand hangen. Deze druppelvormige uitscheiding van vocht 

Muurleeuwenbek – Cymbalaria muralis

Muurleeuwenbek – Cymbalaria muralis

Als je door Brugge wandelt zie je overal op oude vestingmuren, op bruggen en kademuren, op de stoep, tegenaan huisgevels en op daken de muurleeuwenbek, met zijn sierlijke lila bloempjes met kleine gele vlekken.   Gelukkig niet enkel in Brugge, evenzo in andere steden, want deze typische 

Rozenbottels … superfood

Rozenbottels … superfood

Drie soorten

Er zijn drie soorten rozen die rozenbottels voortbrengen. De hondsroos of Rosa canina wordt zowat een à 3 meter hoog. Ze bloeit van juni tot en met juli met een wonderlijke zoete geur. De bloemen zijn wit tot roze en zijn 1,5 à 2 cm groot. De naam hondsroos verwijst naar het gebruik tegen hondsdolheid.

Een andere rozensoort is de Rosa rugosa of rimpelroos. Ze wordt zo genoemd omdat ze diepliggende nerven heeft waardoor ze gerimpeld lijken. Deze roos heeft zeer stekelige stengels, gebruik dus best handschoenen van goede kwaliteit. De Rosa rubignon of eglantier is de derde rozensoort. 

Al deze rozen brengen rozenbottels voort die we nu zullen bespreken. De Rosa rubignon of eglantier is eigenlijk een wilde inheemse rozenstruik. Het blazoen van de Rederijkerskamer ‘In Liefde bloeyend’ te Amsterdam (1516-1632) was: “Christus gekruisigd aan een wilden rozenboom; weshalve deze kamer meestal de Englentier werd genoemd, of ook wel: ‘Het Jueghdely.” (Oude spelling)

Rozenbottels
Superfood

Ze kunnen duizend jaar oud worden. De laatste wordt zowat twee meter hoog. Haar bloeitijd is van juni tot augustus met rozerode bloemen en een wit centrum. Van alle rozenstruiken kunnen de bottels opgegeten worden. Als je ooit verdwaald geraakt – wat we jou niet toewensen uiteraard – en je moet je zien te redden: eet gerust rozenbottels want het is een echte ‘overlevingsplant’. De rozenbottels verschijnen na de bloei van de struik. Arabieren en polaire bewoners maken een soort van pemmican. 

Rozenbottels zijn ware vitaminebommetjes.

Naast heel veel vitamine C, bevatten ze ook vitamine B1, B2, B3, B5, C, E en K. En de volgende mineralen: boron, calcium, chloor, chroom, fosfor, kalium, koper, magnesium, silicium, ijzer, zink en zwavel.

En nog andere belangrijke stoffen zoals looistoffen, anthocyanen, koolhydraten, pectine, vezels, betacaroteen, lycopeen en zeaxanthine.

Recept

De ‘Rosa rugosa’ levert wel de dikste bottels op. Je oogst de bottels best na de eerste vorst. Ze bevatten twintigmaal méér vitamine C dan een sinaasappel. Wie vermoeid is of lichaamszwakte ondergaat, neemt 2 lepels gedroogde pulp van rozenbottels, laat het enige tijd trekken in koud water, filteren en lichtjes opwarmen. Best niet koken om de vitamine C niet te vernietigen. Ze bezit samentrekkende eigenschappen en wordt dus ook gebruikt tegen diarree. 

Witte vloed is een vrouwenaandoening en kan door spoelingen verholpen worden. Reeds dertig eeuwen lang gebruikt men in China rozenbottels bij urinaire problemen. De thee is urinedrijvend. Rozenbottels bevorderen het immuunsysteem en is ook ontstekingsremmend. Het wordt daarom ingezet tegen artrose en artritis. 82 % van de mensen hebben na 3 weken dermate verlichting van hun pijnen dat pijnstillers kunnen afgebouwd worden. Door het diuretisch of urinedrijvend effect is het ook bloedzuiverend en bestrijden rozenbottels ook vochtophopingen. De bottels zijn ook licht laxatief. 

Medicinaal en culinair gebruik

Moedertinctuur

Wanneer je tinctuur maakt van de rozenbottels dan trekken de geneeskrachtige stoffen van de bottels in de alcohol en het water. Deze tinctuur kun je dan innemen wanneer je erg moe en futloos bent of een vitaminegebrek hebt. Ook kun je deze tinctuur prima gebruiken ter voorkoming van verkoudheid of griep. Of wanneer je aan het herstellen bent van een ziekte. Neem 3 x 40 druppels per dag.
De tinctuur is ook in de handel verkrijgbaar.

Infuus

2,5 gram gestampte rozenbottels overgieten met kokend water en 10 à 15 minuten laten trekken. Zeven en eventueel wat honing aan toevoegen. Gezondheid

  1. Pluk de rijpe bottels. Dit kan je vanaf september doen.
  2. Laat de bottels drogen op een donkere, warme plek. 
  3. Plet en maal de rozenbottels fijn.
  4. Voeg de rozenbottel in een thee-eitje toe aan jouw heet water en laat even trekken. 

Wijn

1 kg rozenbottels in stukjes snijden, 500 gram suiker, 3 liter witte droge wijn. Dit mengsel 8 dagen marcereren (trekken), filteren. 1 à 3 glaasjes per dag drinken. 

Rozenbottelolie:

De Rosa rubignon bevat 78 % meer essentiële vetzuren dan de Rosa canina en is daarom beter geschikt voor gebruik in de cosmetica. Ze wordt dus gebruikt om het regenereren van littekenweefsel en rimpels. Het is een natuurlijke derivaat van vitamine A en helpt in de opbouw van nieuwe huidcellen. Rozenbottelolie is uiterst geschikt voor de huid maar kies een natuurlijk product zonder synthetische pesticiden.

Tekst: Broeder Yvan Jacques, herborist

Disclaimer

De informatie op deze website is enkel bedoeld voor educatieve doeleinden.

De auteur is niet verantwoordelijk voor eventuele schade, van welke aard dan ook, als gevolg van het gebruik van planten voor medische of culinaire doeleinden. De auteurs kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor aanspraken die voortkomen uit de verkeerde determinatie van een kruid of het verkeerde gebruik ervan in de ruimste zin van het woord. 

Er kan altijd interactie zijn met de klassieke geneesmiddelen.

Deze site vervangt geen deskundig advies voor medische behandeling. Raadpleeg altijd een deskundig zorgverstrekker of arts.

Klein glaskruid – Parietaria judaica

Klein glaskruid – Parietaria judaica

Wie door Brugge wandelt en ziet hoeveel klein glaskruid op de oude kademuren van de reien en op de stoep voorkomt, vermoedt wellicht niet dat we hier te doen hebben met een plant die in Vlaanderen als zeldzaam te boek staat. Het is een echte 

Witte honingklaver – Melilotus alba 

Witte honingklaver – Melilotus alba 

De witte – er is ook een gele honingklaver – bloemetjes van deze plant ruiken naar honing De plant heet honingklaver maar is geen Klaver. De blaadjes lijken wel op die van klaver. De herkomst van het woord klaver is onzeker. Het kwam al voor 

Medicinaal gebruik van brandnetel 

Medicinaal gebruik van brandnetel 

Stout onkruid

Het eerste wat ik te horen kreeg toen ik als peuter een brandnetel aftrok om te proeven of hij lekker smaakte was: “Pas op! Pas op!”. Moeder suste nadien haar schreiende eerstgeborene met zoentjes op de geprikte huid. “Stoute brandnetel!”, fluisterde ze in mijn oor. Het was gebeurd! Ongetwijfeld had ze het goed bedoeld, maar vanaf die dag was de brandnetel ‘gebrandmerkt’ als een ‘stout’ onkruid. En ik heb zo’n vermoeden dat het bij u net zo gegaan is.

Het heeft jaren geduurd voor ik – ouder en wijzer geworden – ontdekte dat de brandnetel talloze nuttige eigenschappen heeft, niet in het minst op medicinaal vlak.

In de oudheid

Van zowel de grote brandnetel (Urtica dioica) en de nauw verwante kleine brandnetel (Urtica urens) is de geneeskrachtige werking al duizenden jaren bekend. 

In het oude Egypte – een beschaving die rond 3300 voor onze tijdrekening langs de Nijl is ontstaan – zijn bewijzen gevonden dat brandnetels werden gebruikt ter verlichting van artritis en lumbago.

In Denemarken werden dan weer lijkwades aangetroffen die gemaakt bleken van brandnetels en die dateren uit de bronstijd, 3000 jaar voor Christus.

Hippocrates (460-377 v. Chr.) schreef al over de vochtuitdrijvende eigenschappen van de brandnetel.

Theophrastus (ca. 372- ca. 305 v.Chr.) gaf de raad om de bladeren van de brandnetel te eten bij bepaalde kwalen. Dioscorides (40-90 n.Chr), auteur van de ‘Materia Medica’,beval de netel aan tegen alle ongemakken, zoals kankerachtige verzweringen, verrekkingen, hondenbeten etc.

Plinius de Oudere (24 – 79 n.Chr), schrijft hetzelfde over de plant en noemt olijfolie als middel tegen de jeuk veroorzaakt door de brandharen. Plinius de Oudere schreef ook dat de plant voor velen een heilige plant was, die gegeten wordt om een heel jaar gezond te blijven.

Net als de Griekse arts Galenius (129-199 n.Chr). Ook hij gebruikte brandnetels als diureticum. Verder raadde hij brandnetels aan als laxerend middel en bij de behandeling van milt-gerelateerde ziekten, longontstekingen, astma en zweertjes in de mond. Galenus schreef gedurende zijn leven om en nabij de 500 boeken. Tijdens de renaissance werden zijn werken vertaald in het Latijn, onder meer door Andreas Vesalius.

In de middeleeuwen

In de middeleeuwen gebruikte men brandnetels ook als diureticum, om het lichaam van overtollig water te ontdoen en om gewrichtspijn te behandelen. De middeleeuwse heelmeester raadde reumapatiënten aan de pijnlijke plekken met een bosje vers geplukte brandnetels te beslaan. Niet ten onrechte! De doorbloeding in de huid en de daaronder liggende organen werd er door bevorderd.

De Britse plantkundige, fysicus, apotheker en astronoom Nicholas Culpeper (1616-1654) adviseerde om brandnetel en honing te gebruiken voor het maken van een gorgeldrank om keel- en mondinfecties tegen te gaan. Hij beweerde dat brandnetels een antiseptische werking hebben bij wonden en huidinfecties. Nicholas Culpeper schreef de plant verder voor tegen jicht en gewrichtspijn.

Ook de Duitse Benedictijnse abdis Hildegard von Bingen (1098-1179) had een hoge dunk van de brandnetel. Zij adviseerde het volgende: “Gekookte jonge, verse brandnetels zijn een nuttig maal voor de mens, omdat ze de maag reinigen en een teveel aan slijm verwijderen.” Brandnetel was volgens haar ook een belangrijk ingrediënt van een liefdesdrankje. Ze vergeleek het ‘netelvuur’ met het ‘liefdesvuur.’

Brandnetel, Urtica dioica
Brandnetel – Urtica dioica
In de hedendaagse geneeskunde

De heilzame werking van brandnetelthee is algemeen bekend:  slijmoplossend, ontgiftend, urinedrijvend en bloedzuiverend. Brandnetel is bacteriedodend, en daarom heel geschikt bij infectieziekten. Verder ook nuttig bij hooikoorts door de aanwezige histamine.

Brandnetelthee is heel rijk aan vitaminen en mineralen en is een goed tonicum, ook bij kanker, daarnaast heel geschikt bij vermoeidheid  en lusteloosheid en bij  bloedarmoede, geschikt tegen hooikoorts en allergie en bij allergische reacties op voedingsmiddelen, en is een algehele reiniger. Het versnelt de spijsvertering, helpt dus bij het afvallen, en verzacht netelroos,  reuma, jicht, gewrichtsontstekingen en oedeem. Het verbetert de doorbloeding.  Naast ijzer bevat brandnetel ook calcium en silicium en dat maakt brandnetelthee bijvoorbeeld geschikt bij broze nagels en osteoporose.

Goedaardige prostaatvergroting (BPH)

Brandnetelwortel wordt in Europa veel gebruikt om BPH te behandelen. Studies bij mensen bewijzen dat brandnetel, in combinatie met andere kruiden zoals zaagpalmetto, effectief kan zijn bij de vermindering van symptomen als gevolg van BPH.  Sommige onderzoeken suggereren dat brandnetel vergelijkbaar is met finasteride, een medicijn dat soms wordt voorgeschreven voor BPH. Wetenschappers weten niet zeker waarom brandnetelwortel de symptomen vermindert. Het kan zijn omdat hij chemicaliën bevat die hormonen beïnvloeden (inclusief testosteron en oestrogeen), of omdat hij recht op prostaatcellen inwerkt. Behandel jezelf NIET met brandnetel voor BPH. Ga naar uw arts om een correcte diagnose te stellen en prostaatkanker uit te sluiten.

Brandnetel
Brandnetel in de straatgoot
Artrose

De bladeren en stengels van brandnetel zijn historisch gebruikt om artritis te behandelen. Studies toonden aan dat sommige mensen verlichting van gewrichtspijn ondervonden door brandnetelblad lokaal op de pijnlijke gewrichten aan te brengen. Andere studies tonen aan dat het nemen van een oraal extract van brandnetel, samen met niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID’s), nuttig kan zijn.

Hooikoorts

Een (voorlopige) studie bij mensen suggereerde dat brandnetelcapsules hielpen niezen en jeuk bij mensen met hooikoorts te verminderen. In een andere studie beoordeelde 57% van de patiënten brandnetels als effectief, en 48% zei dat brandnetels effectiever waren dan allergiemedicijnen die ze eerder hadden gebruikt.  Er zijn meer onderzoeken nodig om de eigenschappen van brandnetel te bevestigen. 

Nevenverschijnselen

Brandnetel wordt over het algemeen als veilig beschouwd wanneer het wordt gebruikt zoals aangegeven. Incidentele bijwerkingen zijn onder meer milde maagklachten, vochtretentie, zweten, diarree en netelroos of huiduitslag (voornamelijk door lokaal gebruik). Het is belangrijk om voorzichtig te zijn bij het omgaan met brandnetel, want het aanraken kan een allergische uitslag veroorzaken. Brandnetelbladeren mogen nooit op een open wond worden aangebracht.

Omdat brandnetel de menstruatiecyclus kan veranderen en kan bijdragen aan een miskraam, mogen zwangere vrouwen geen brandnetel gebruiken.

Er zijn aanwijzingen dat brandnetelpreparaten de bloedsuikerspiegel kunnen zowel kunnen verhogen als verlagen. Patiënten met diabetes moeten hun bloedsuikerspiegel nauwlettend in de gaten houden wanneer ze brandnetel gebruiken. 

Brandnetelthee - foto © NaturaTea
Brandnetelthee – foto © NaturaTea
Brandnetelthee

Men kan de thee maken door twee theelepels  gedroogde en fijngewreven brandnetelbladeren in een beker te doen en te overgieten met bijna kokend water. Laat de thee een zevental minuutjes trekken. Voor de thee gebruik je het best de bladeren van de grote brandnetel. Drie kopjes thee per dag zijn voldoende om al het gewenste resultaat te bereiken. Het is veilig in gebruik voor volwassenen. Sommige bronnen raden het gebruik voor kinderen af.

Brandnetels zijn ook een weldaad voor de huid: het voorkomt en geneest huiduitslag, steenpuisten, acne, netelroos, zweren en geeft een ondersteunende werking bij psoriasis. Het gaat verder een vette huid én vette haren tegen en helpt je af van roos en slechte haargroei. 

Brandnetels kunnen ook culinair gebruikt worden. De mogelijkheden zijn zo talrijk dat het weinig moeite zal kosten om een volwaardig brandnetelgerecht te bereiden. Maar daarover hebben we het een volgende keer.

Bronnen en meer info

https://www.mountsinai.org/health-library/herb/stinging-nettle

Phytochemistry and pharmacologic properties of Urtica dioica L.

A review on Urtica dioica

Antioxidant, antimicrobial, antiulcer and analgesic activities of nettle (Urtica dioica L.)

Screening of pharmacological uses of Urtica dioica and others benefits

6 Evidence-Based Benefits of Stinging Nettle

Food as Medicine – Urtica dioica

Amazing Benefits of Nettle Tea

Geheimen uit de kloostertuin

Geheimen uit de kloostertuin

Vandaag wil ik het even hebben over een bijzonder interessant en fraai uitgegeven boek, dat bovendien niet duur is: “Geheimen uit de kloostertuin”. De auteur – Tine Brugge en Isabel Rottiers (fotografie) – put uit de unieke rijkdom van de kloostertuinen als bron van levensonderhoud, 

Schrijf je plantennamen met een kleine letter of hoofdletter?

Schrijf je plantennamen met een kleine letter of hoofdletter?

Schrijf je plantennamen met een kleine letter of hoofdletter?

Waarom het perzikkruid niet naar perzik smaakt…

Waarom het perzikkruid niet naar perzik smaakt…

Een plant die je in de stad vaak op de stoep, tegenaan huisgevels, in de straatgoot of op braakliggende terreinen aantreft is het perzikkruid (Persicaria maculosa). Het is een algemeen voorkomende, eenjarige plant die houdt van stikstof- en fosfaatrijke grond.  Vandaar dat hij niet zelden te vinden is in straatjes en op pleintjes waar het baasje de hond uitlaat, en er wel eens een ‘hondendrolletje’ te vinden is. Feitelijk moet het baasje de drol plichtsgetrouw verwijderen, maar dat gebeurt in de stad helaas niet altijd.

Duizendknoopfamilie

Perzikkruid behoort tot de duizendknoopfamilie, net zoals de bekende tuinplant adderwortel en de gevreesde, invasieve exoot Japanse duizendknoop. Maar geen paniek! Perzikkruid is totaal ongevaarlijk.  Het is niet moeilijk om te begrijpen waar de familienaam vandaan komt. Bij elke vertakking en op de plaats waar een blad begint is een verdikking van de stengel te zien. Dat zijn de ‘knopen’. Tel ze niet, het zijn er geen duizend. In dat opzicht is de familienaam ‘duizendknoop’ lichtelijk overdreven, en was ‘veelknopigenfamilie’ misschien beter geweest. 

Het ’tuitje’

Rond elke knoop groeit een vliesje dat het ‘tuitje’ genoemd wordt. Deze ‘tuitjes’ zijn rond de stengels vergroeide steunblaadjes die typisch zijn voor de duizendknoopfamilie. Het tuitje is bij het perzikkruid met korte haren bezet. En dat is meteen het belangrijkste verschil met de beklierde duizendknoop (Persicaria Lapathifolia) die er sprekend op gelijkt. Bij deze laatste ontbreken de haartjes aan het tuitje.

Foto: Flora van Nederland: https://www.floravannederland.nl/planten/perzikkruid


Vandaar dat je – als je de app Obsidentify gebruikt – steevast perzikkruid x beklierde duizendknoop als resultaat te zien krijgt, want die kleine haartjes zijn op een gewone foto niet te zien. Met een loepje of op een macrofoto is dat wel het geval.

Als kind durfde ik wel eens aan de rozerode bloempjes zuigen om te zien of ze inderdaad naar perzik smaken. Maar dat was – tot mijn grote ontgoocheling – niet het geval. De etherische olie geeft een scherpe smaak aan de plant.

De geslachtsnaam ‘Persicaria’ slaat op de vorm van het blad. Ze lijken op die van de perzik. Dus proef er niet van, het smaakt totaal niet naar perzik. Op de bladeren is vaak een hoefijzervormige, zwarte vlek te zien.

Christusbloed
Perzikkruid
Perzikkruid

Andere volksnamen zijn onder andere christusbloed en krödde. De legende wil dat er perzikkruid groeide onder het kruis waaraan Jezus stierf. Daarbij zouden er enkele druppels bloed op de bladeren zijn gevallen. Zo komt het dat zo’n onaanzienlijk onkruidje nog steeds de levende herinnering vormt van deze gebeurtenis – op ieder blad zijn nog steeds twee donkerrode vlekken te zien. Het wordt soms Jezusgras genoemd.

Perzikkruid in de schilderkunst

Je vindt het perzikkruid soms terug in de schilderkunst. Bijvoorbeeld op het schilderij Madonna tussen vier heiligen, van Rogier van der Weyden, circa 1453 – 1460 (© Städel Museum, CC Wikimedia Commons.) Het tweede plantje rechts van de vaas.

Rogier van der Weyden, Madonna tussen vier heiligen, ca. 1453 – 1460 © Städel Museum, CC Wikimedia Commons
Culinair en medicinaal gebruik

Ondanks de wat scherpe smaak is het perzikkruid in beperkte hoeveelheid gewoon eetbaar is. De jonge blaadjes kunnen rauw in de sla of als spinazie klaargemaakt worden. Ook de bloemen en zaden zijn eetbaar. Hoewel niet bekend is of perzikkruid lichtgevoeligheid bij mensen veroorzaakt, hebben sommige leden van de duizendknoopfamilie wél een dergelijk effect.

Perzikkruid, bloempjes, tuitje
De bloempjes van het perzikkruid

Veel soorten bevatten ook oxaalzuur die de kenmerkende citroenachtige smaak geeft. Hoewel deze stof niet giftig is kan ze andere mineralen binden, waardoor deze niet meer beschikbaar zijn voor het lichaam en tot mineralentekorten leiden. Dat gezegd hebbende, bevatten een aantal veel voorkomende voedingsmiddelen – zoals zuring en rabarber – ook oxaalzuur en de bladeren van de meeste leden van dit geslacht zijn voedzaam en nuttig om in gematigde hoeveelheden te eten. Door de bladeren te koken, wordt het gehalte aan oxaalzuur verminderd. Mensen met een neiging tot reuma, artritis, jicht, nierstenen of hyperaciditeit moeten extra voorzichtig zijn als ze deze plant in hun dieet opnemen.

Perzikkruid heeft vele toepassingen in de traditionele kruidengeneeskunde. Verschillende studies hebben aangetoond dat extracten en geïsoleerde metabolieten van deze plant antimicrobieel, antikanker en antioxidant zijn.

Bronnen en meer informatie

https://www.floravannederland.nl/planten/perzikkruid

https://www.floravannederland.nl/planten/beklierde_duizendknoop

https://www.kerknet.be/kerknet-redactie/collectie/geestkrachtige-planten

https://nl.wikipedia.org/wiki/Perzikkruid

Brandnetels… magie en volksgeloof

Brandnetels… magie en volksgeloof

“Urtica” heeft den naam gekregen van het branden Want als men die aenraeckt ontsteeckt sy onze handen” Macer Floridus zoals vermeld bij Dodoens (*) Grote en kleine brandnetel Wie kent de brandnetel niet?  De meeste mensen hebben een grondige hekel aan de plant en mijden hem 

Goed nieuws… !

Goed nieuws… !

Mijn zondagse stadswandeling door Brugge had weer enkele aangename verrassingen in petto. Muurfijnstraal Reeds van het begin van de lente bloeit de muurfijnstraal (Erigeron karvinskianus) op de kademuren langs de Reie te Brugge, en zoveel maanden later – we zijn bijna eind oktober – staan 

Bomen en struiken op muren (deel 3)

Bomen en struiken op muren (deel 3)

In deel drie bespreken we nog een aantal vondsten van jonge zaailingen van bomen en struiken die je op muren en tegen gevels kan aantreffen.

Zomereik

De zomereik (zie foto hierboven) is een zeer lang levende boom.

Van de inheemse eiken bestaan twee soorten, de zomereik en de wintereik. Ze lijken sprekend op elkaar, maar toch zijn er verschillen te ontdekken. De grootste verschillen zie je bij de bladeren en de eikels. Aan de eikels van de zomereik zitten lange steeltjes; vandaar de Duitse naam “Stieleiche”.

De eikels van de wintereik hebben hele korte steeltjes. Verder is het steeltje aan het blad van de wintereik langer dan het steeltje van de zomereik. Ook houdt de wintereik in de wintermaanden zijn bruine blad veel langer vast.

Het blad van de wintereik is ondieper en meer regelmatig gelobd dan de zomereik, en de bladhelften vormen elkaars spiegelbeeld. De grootste breedte van het blad ligt ongeveer in het midden. De bladeren zijn meestal glanzend donkergroen van kleur en harder dan die van de zomereik. Ook de plaatsing van de bladeren van de wintereik is wat regelmatiger verdeeld dan bij de zomereik.

De eik verliest heel laat zijn bladeren. Jonge eiken houden vaak gedurende de hele winter hun verdorde blad vast.

De eik speelt in de geschiedenis van vele Europese volken een speciale rol. We zullen in een latere bijdrage uitvoeriger ingaan op de botanische, mythologische en rituele aspekten van de eik in het algemeen.

Bronnen en meer info

https://nl.wikipedia.org/wiki/Zomereik

https://www.ecopedia.be/boom/zomereik

https://www.plantvanhier.be/plantengids/plant/zomereik/33

https://www.floravannederland.nl/planten/zomereik

https://www.onzenatuur.be/artikel/wintereik-vs-zomereik

 

Taxus / Venijnboom

Taxus, Venijnboom

 

Taxus

De venijnboom of taxus is een conifeer uit de taxusfamilie (Taxaceae). Het zijn vrij traag groeiende bomen of struiken die zeer oud kunnen worden. Het gebeurt niet zo vaak dat je een in het wild groeiende taxus op een muur aantreft. Maar het kan, zoals hier in Brugge.

Alle soorten taxus bevatten het zeer giftige taxine, een alkaloïde. Alle delen van de boom – behalve de schijnbessen (zaadomhulsels) – bevatten de alkaloïde. De schijnbesjes zijn eetbaar en zoet, maar het zaad is erg giftig. De menselijke maag de zaadhuid afbreken en taxine vrijgeven in het lichaam. Grazende dieren worden ook soms dood gevonden na het eten van de naalden. Vogels blijken de besjes wel te kunnen eten.

Op de website van het antigifcentrum kan u lezen wat te doen als uw kind bvb. enkele bessen van de taxus heeft gegeten. (Zie bronnen en info)

De naam Taxus is afgeleid van het Oudgriekse ‘toxon’ dat ‘boog‘ betekent. In de Noordse mythologie had de god van de boog, Ullr, een paleis met de naam Ydalir (Taxusdal).

De giftige bestanddelen van de boom worden al heel lang gebruikt in medicijnen. Paclitaxel, een stof uit de taxus, is het meest gebruikte middel tegen bepaalde vormen van kanker. Een ander giftig bestanddeel van taxus is taxine. Het veroorzaakt hartritmestoornissen, hartstilstand, lever- en nierbeschadigingen.

Het verhaal van de taxus begint al 140 miljoen jaar geleden. De dinosaurussen liepen nog op Aarde rond. Zij stierven uit, de taxus bleef bestaan. Misschien dacht u dat de ginkgo de oudste boom op aarde was… dan weet u nu beter: de taxus bestaat al even lang. De Taxus baccata – die vooral bij ons voorkomt – bestaat ook al minstens 15 miljoen jaar en is daarmee de oudste inheemse boom in Europa. Veel interessante informatie over de taxus kunt u lezen op de site van de provincie West-Vlaanderen. (Zie hieronder)

Bronnen en meer info

https://nl.wikipedia.org/wiki/Taxus

­https://www.haagplantenkopen.be/coniferen/taxus.html

https://www.ecopedia.be/boom/taxus

https://www.antigifcentrum.be/natuur/planten/giftige-planten/taxus-taxus-baccata

https://www.west-vlaanderen.be/ontwikkelingsstadia-taxus

 

Haagbeuk

Haagbeuk

 

Haagbeuk

De haagbeuk is een inheemse, bladverliezende loofboom met een mooi ronde, gesloten kruin die tot 10 meter breed wordt. Bij oude exemplaren is de stam diep gegroefd. 

De bladeren zijn ovaal, geribd en dubbelgezaagd. Ze lopen lichtgroen uit en worden later donkergroen aan de bovenkant en geelachtig aan de onderzijde. De herfstverkleuring is geel. 

De bloemen zijn onopvallende katjes die verschijnen voor het blad. Haagbeuken worden pas op 20-jarige leeftijd vruchtbaar, dan verschijnen de nootjes die een lekkernij zijn voor vogels. De vruchtjes zijn lichtgeel, hangen in trossen en zitten opgesloten in een drielobbig, gevleugeld schutblad.

Door regelmatige snoei kan de kroon en de stam zich niet ontwikkelen en vormt zich een mooie haag. Het blad van de haagbeuk loopt een maand eerder uit dan het blad van de gewone beuk. (Tekst: Groen van bij ons

De haagbeuk is zeer geschikt als haagplant. Ook de beuk (Fagus sylvatica) wordt als haag gebruikt, wat door de Nederlandse naamgeving zeer verwarrend is. Een beukenhaag is echter anders dan een haagbeukenhaag. De haagbeuk kan veel beter tegen wisselende waterstanden dan de beuk. De dubbel gekartelde bladranden van de haagbeuk helpen ze uit elkaar te houden. Een beuk heeft golvende randen, geen tanden.  De bladeren worden in de herfst goudgeel tot oranje van kleur en de vele blijven de hele winter aan de takken. (Wikipedia)

Volwassen bomen kunnen een hoogte van 30 meter bereiken en meer dan 300 jaar oud worden. Net als de beuk biedt de haagbeuk bescherming, rustplaats, nestgelegenheid en foerageermogelijkheden voor vogels en kleine zoogdieren. Hij is de voedselplant voor rupsen van een aantal soorten nachtvlinders. Vinken, mezen en kleine zoogdieren zijn in de herfst dol op de zaden.

De Romeinen gebruikten haagbeuk om hun strijdwagens te maken vanwege de sterkte van het hout.

In de traditionele kruidengeneeskunde werd een tonicum gemaakt van haagbeuk om vermoeidheid en uitputting te verlichten, en de bladeren ervan werden gebruikt om bloedingen te stoppen en wonden te genezen.

Bronnen en meer info

https://nl.wikipedia.org/wiki/Haagbeuk

https://www.ecopedia.be/boom/haagbeuk

https://groenvanbijons.be/plant/haagbeuk

https://www.floravannederland.nl/planten/haagbeuk

 

Steeneik – Quercus ilex

Steeneik

 

Steeneik

De steeneik is een boom uit de napjesdragersfamilie (Fagaceae). Deze van nature in Zuid-Europa voorkomende, groenblijvende eik wordt vaak aangeplant als sierboom en ter beschutting, vooral in kuststreken. De boom is bestand tegen de zilte zeewind en de luchtvervuiling in de stad. In Nederland en Vlaanderen is de boom matig winterhard. De boom kan dertig meter hoog worden, maar blijft meestal veel kleiner.

De bladeren variëren in vorm van lang en smal tot eirond. Ze zijn dik, leerachtig en lijken wel wat op bladeren van de hulst (Ilex aquifolium). De bladeren aan de jonge loten hebben een getande rand als bescherming tegen vraat; naarmate de twijg ouder wordt worden de bladranden meer gegolfd, en uiteindelijk glad. De bovenzijde van het blad is ruw en glanzend groen. De onderzijde is grijsachtig groen. De bladsteel is wollig behaard en 1–2 cm lang.

De steeneik levert zeer hard, zwaar hout, in kleine afmetingen, dat azijnhout genoemd wordt. Het leent zich uitstekend voor onderdelen die zwaar belast worden zoals in de wagenmakerij en in windmolens voor de kammen van de wielen. Het hout wordt ook als brandhout zeer gewaardeerd. De bast wordt gebruikt voor het looien van huiden.

Soorten van het geslacht Quercus zijn belangrijke geneeskrachtige planten. Door de eeuwen heen zijn deze soorten in de volksgeneeskunde gebruikt om verschillende ziekten te behandelen. Inheemse volkeren gebruiken ze in veel delen van de wereld als antisepticum en om aandoeningen van het maagdarmkanaal, zoals diarree en aambeien, te behandelen. De bast van de eik werd veelvuldig gebruikt in de plantengeneeskunde als antiseptisch en hemostatisch middel, gebruikt om kiespijn, als kalmerend middel bij ontstekingen en bij brandwonden.

Bronnen en meer info:

https://nl.wikipedia.org/wiki/Steeneik

https://groenvanbijons.be/plant/steeneik

https://waarnemingen.be/species/80231/

https://www.ecopedia.be/boom/steeneik

https://todoarboles.com/nl/quercus-ilex/

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC7415107/

Van tabak, hemelboom en steenbrekers

Van tabak, hemelboom en steenbrekers

Regenweer vandaag, maar tussen de regenvlagen door hadden we toch tijd voor een korte wandeling in de stad. En dat leverde opnieuw enkele fraaie beelden op. Buddleja In de buurt van het Begijnhof te Brugge vonden we op de kademuur een vrolijk bloeiende Buddleja (zie 

De magie en de kracht van de vlier

De magie en de kracht van de vlier

Sambucus nigra, ook wel gewone vlier of zwarte vlier genoemd, is een middelgrote bladverliezende boom met een rond opgaande vorm en op latere leeftijd een brede kroon met afhangende takken. In mei en juni bloeit de zwarte vlier met grote sterk geurende witte bloemtuilen. Het is 

Bomen en struiken op muren (deel 2)

Bomen en struiken op muren (deel 2)

We hadden het er gisteren al over dat je bomen en struiken niet alleen in de tuin, in het park of in het bos moet zoeken. In de stad tref je vaak jonge zaailingen aan op muren, tegen gevels of tussen stoeptegels. Hierbij nog enkele soorten die we vonden. Op elk van deze soorten komen we later in een afzonderlijke bijdrage uitvoerig terug.

Buddleja

Buddleja

In Brugge vinden we op vele muren, zelfs op daken, de Buddleja, beter gekend als de ‘vlinderstruik’. De vlinderstruik (Buddleja davidii) is een plant uit de helmkruidfamilie. In Europa is de soort vooral als tuinplant in gebruik maar is steeds meer als tuinvlieder te vinden. De struik kan enige – maar geen strenge – vorst verdragen.

De plant wordt vlinderstruik genoemd omdat hij vlinders aantrekt. Buddleja heeft bloemen die speciaal gebouwd zijn op bestuiving door vlinders. De bloembuis is lang en smal, waardoor alleen insecten met een lange tong bij de nectar kunnen. De struik heeft nog een aanpassing aan insectenbestuiving: van een onbestoven bloem is het hartje geel, en daarmee goed zichtbaar voor insecten. Na bestuiving wordt het rood, een kleur die insecten slecht zien. (Bron: Wikipedia)

Zwarte populier

Zwarte populier
Zwarte populier

Er bestaan een aantal soorten populieren die vooral in een jeugdig stadium soms moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn. In Vlaanderen kom je voornamelijk de volgende soorten populieren tegen: zwarte populier, trilpopulier, abeel, Canadese populier en de balsempopulier. Verder zijn er nog een groot aantal variëteiten en klonen. Veel van deze soorten komen al erg lang voor in ons landschap en de geschiedenis gaat feitelijk terug tot het oude Rome, waar men populieren in grote aantallen aanplantte. De boom dankt zijn naam aan het Griekse woord ‘paipolos’, wat ‘trillen’ betekent. De bladeren van de populier trillen op typische manier in de wind en maken daarbij soms een ruisend geluid.

In de Middeleeuwen geloofde men er stellig in dat het sap en de hars van de populier door heksen gebruikt werd om heksenzalf van te maken. Ook zouden heksen periodiek met elkaar vergaderen in de kruin van de boom. 

Dat laatste is nooit bewezen maar wel is vast komen te staan dat de bladknopen van de populier geneeskrachtige eigenschappen hebben. Zo heeft het sap van de zwarte populier bijvoorbeeld een ontstekingsremmende- en wondhelende werking. Deze werking is te verklaren door de salicylaten die zich in het sap bevinden. Acetylsalicylzuur wordt ook wel gebruikt in aspirine omdat het koortsverlagend, pijnstillend en ontstekingsremmend werkt. Populierknoppen worden in de homeopathie gebruikt voor behandeling van: uitwendige aambeien, zonnebrand, oppervlakkige wonden, huidproblemen en als trekzalf voor steenpuisten. (Brontekst: https://www.tuinpraat.be/populier/)

Robinia

Robinia
Robinia

Robinia, acacia, witte acacia of valse acacia (Robinia pseudoacacia) die behoort tot de onderfamilie Faboideae in de vlinderbloemenfamilie. Pseudoacacia betekent wel zoveel als “gelijkend op de acacia”.  De Robinia was één van de eerste boomsoorten die door de mens (in dit geval Jean Robin) vanuit Noord-Amerika, het land van herkomst, in Europa werd ingevoerd.Deze boom is een exoot in West-Europa en kan er mogelijk de biodiversiteit verstoren. Hoewel de soort op de lijst van invasieve soorten in België staat biedt deze plant een enorme bron van voedsel voor insecten door zijn uitbundige bloei.

Behalve de bloemen zijn alle bestanddelen, maar vooral de schors, jonge twijgjes en zaden giftig, vooral voor paarden. Bij het bewerken van het hout kan stof vrijkomen dat leidt tot misselijkheid, hoofdpijn en braakneigingen. Het kan leiden tot verwijde pupillen, braken en diarree. Het eten van zaden kan leiden tot het uitvallen van orgaanfuncties. Daarom wordt vermeden de boom te planten in de buurt van speelplaatsen voor kinderen.

Bron: Wikipedia https://nl.wikipedia.org/wiki/Robinia_(soort)

https://www.floravannederland.nl/planten/robinia

https://www.imkerpedia.nl/wiki/index.php/Robinia

https://waarnemingen.be/species/26821/

https://wilde-planten.nl/robinia.htm

https://groenvanbijons.be/plant/valse-acacia

Zwarte els

Zwarte els

De zwarte els is een boom uit de berkenfamilie (Betulaceae), inheems in Europa en Azië.

De soortaanduiding ‘glutinosa’ betekent kleverig en dat heeft betrekking op de knoppen en de jonge bladeren. De toevoeging ‘zwarte’ duidt op de donkerbruine schors van jonge bomen, in tegenstelling tot de schors van de grauwe of witte els.

Alnus glutinosa is inheems in vrijwel geheel Europa en groeit voornamelijk in vochtige gebieden. Uitgroeiend tot soms meerstammige forse boom. Het verspreid staande blad wordt tot 10 cm groot, is eirond en heeft een afgeronde top. De gesteelde knoppen die grijsviolet van kleur zijn en het jonge blad voelen kleverig aan. 

Vrouwelijke katjes ovaal en onopvallend, ± 0,5 cm lang en mannelijke katjes bruingeel, ± 7 cm lang. Elzenproppen verschijnen vanaf september en blijven lang aan de boom. De boom wortelt zich stevig en vrij diep en verdraagt verharding slecht.

Bron: https://www.vdberk.be/bomen/alnus-glutinosa/

Meer info:

https://www.floravannederland.nl/planten/zwarte_els

https://nl.wikipedia.org/wiki/Zwarte_els

https://www.ecopedia.be/boom/zwarte-els

https://waarnemingen.be/species/6359/