Auteur: Marc Willems

Bomen en struiken op muren (deel 1)

Bomen en struiken op muren (deel 1)

Bomen en struiken op muren? Jawel, als ik “boom” zeg dan denkt u ongetwijfeld aan een dikke, gegroefde stam die elke storm weerstaat, een machtige kruin die hoog naar de hemel reikt en waarin vogels nesten, wortels die diep in de aarde groeien en de 

Een ‘Pink panther’ aan de waterkant… de Grote kattenstaart

Een ‘Pink panther’ aan de waterkant… de Grote kattenstaart

Veel steden zijn destijds ontstaan aan de over van een rivier of aan de samenvloeiing ervan. De Middeleeuwse stedeling bouwde ­ een omvangrijke vestingmuur en legde stadswallen aan. Een schoolvoorbeeld daarvan is Brugge. Daar waar de  oevers in de loop der jaren niet  ‘verstevigd’  zijn bloeit van juni 

Van zwarte nachtschade, heksen en gifmengsels…

Van zwarte nachtschade, heksen en gifmengsels…

De lezer weze bij deze gewaarschuwd: heksen, trollen en kobolten loeren om de hoek bij het horen van de naam alleen al: zwarte nachtschade (Solanum nigrum s. nigrum). Heksen gebruikten – en misschien doen ze het nog – de gitzwarte bessen bij de bereiding van hun toverdranken. Al waren de onrijpe, groene bessen nog beter geschikt voor hun gifmengsels. Sowieso is groen bij de nachtschadefamilie, waarvan aardappel en tomaat ook lid zijn, altijd een aanwijzing voor giftig. Denk maar aan het woord ‘gifgroen’.

Giftige bessen

In de herfst kan je zowel de bloempjes als de zwarte bessen samen aan de plant vinden. Maar laat je niet verleiden tot het proeven van enkele rijpe besjes om te zien of je er al dan niet dood van gaat.  De vergiftigingsverschijnselen treden pas zes tot twaalf uur na inname op. De dood volgt door een hartstilstand en het stoppen van de ademhaling. Dus als je denkt: “Hé, ik ga niet dood”, dan kan het toch jouw laatste experiment geweest zijn. 

De rijpe bessen van de zwarte nachtschade

Medicinaal gebruik

Maar goed, we gaan ervan uit dat je een verstandig mens bent en dat je de planten vanuit botanisch en medisch oogpunt bekijkt. En dat kan ook! In Ayurvedische teksten wordt de zwarte nachtschade  genoemd als een belangrijk ingrediënt in kruidenmedicijnen. Het kruid werd door de oude Grieken gebruikt bij de behandeling van ontstekingen. De geslachtsnaam ‘Solanum’ komt trouwens van  ‘solari’, en dat betekent ‘pijn stillen’.

Vroeger meende men dat deze plant nachtmerries verdreef. Het woord ‘nachtschade’ komt vermoedelijk van het middeleeuws woord ‘nachtschaduw’.

Kruidengeneeskunde

In de kruidengeneeskunde gebruikt men de zwarte nachtschade bij maagirritatie , krampen, spasmen, pijn, nervositeit en vele andere aandoeningen, maar er is geen degelijk wetenschappelijk bewijs om dit gebruik te ondersteunen. Hier en daar lees je dat de plant – mits voldoende afkoken en meermaals afgieten van het kookvocht – eetbaar zou zijn. Maar dit is geen betrouwbare info. Ook voor dieren zoals runderen, varkens en paarden is de plant overigens giftig. Ze laten het kruid onaangeroerd.

Zwarte nachtschade wordt in de stad steeds vaker verdrongen door de beklierde nachtschade. Deze stadsplanten groeien vaak op voedselrijke grond, tegen een muur of op braakliggende grond.

Ruigtekruid

De zwarte nachtschade is een echt ruigtekruid. Als pionier is zwarte nachtschade overal te vinden waar open, voedselrijke grond voorhanden is: zoals moestuinen, verstoorde bermen, braakland, stortterreinen, drooggevallen oevers. Geen wonder dat hij het in de stad goed doet op plaatsen waar honden met regelmaat het achterpootje heffen. Als je reukorgaan je niet in de steek laat dan neem je ook vaak een geurtje waar op de plaats waar je de Zwarte nachtschade vindt.

Beklierde nachtschade

In de stad wordt de zwarte nachtschade steeds meer verdreven door de beklierde nachtschade (Solanum nigrum subsp. Schultesii).   Het is een soort die pas in de vorige eeuw vanuit Zuid- en Oost-Europa onze steden is binnengedrongen.

De beklierde nachtschade onderscheidt zich van de zwarte nachtschade door zijn opgerichte gewone haren en meercellige klierharen.
Met een loepje of onder de microscoop zijn die klierharen goed te zien  Ook is de stengel minder kantig dan die van de zwarte nachtschade.

Onder een microscoop zijn de klierharen van de beklierde nachtschade goed te zien.
De klierharen van de beklierde nachtschade onder de microscoop

Onlangs zagen we de beide broertjes … broederlijk naast mekaar, en het verschil in beharing was goed te zien.

De zwarte nachtschade heeft min of meer kantige stengels met zwakke lijsten, die glad of onregelmatig getand kunnen zijn. Onderaan zijn de stengels meestal kaal, maar de jongere delen zijn behaard met naar boven gekromde aanliggende haren.
Zwarte nachtschade
De beklierde nachtschade heeft zwakker kantige stengels en is dicht bedekt met lange, afstaande  klierharen en gewone haren.
Beklierde nachtschade

Bronnen en meer info:

https://nl.wikipedia.org/wiki/Zwarte_nachtschade

https://www.floravannederland.nl/planten/zwarte_nachtschade

https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=28329

https://www.ecopedia.be/planten/zwarte-nachtschade

https://yggdra.be/reeks-natuurlijke-moestuin/permacultuurprincipes-in-de-natuurlijke-moestuin/giftige-planten/zwarte-nachtschade-solanum-nigrum-nachtschadenfamilie/

https://wilde-planten.nl/zwartenachtschade.htm

https://www.sciencedirect.com/topics/pharmacology-toxicology-and-pharmaceutical-science/solanum-nigrum

https://www.rxlist.com/black_nightshade/supplements.htm

https://www.frontiersin.org/articles/10.3389/fphar.2022.918071/full

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3660872/

Wat vind ik in een hoekje van het Begijnhof te Brugge?

Wat vind ik in een hoekje van het Begijnhof te Brugge?

Penningkruid (Lysimachia nummularia)  Penningkruid is een plant die vooral aan de randen van water erg op haar gemak is. Daarom is het des te opvallender dat we hem midden in de stad aantroffen in een klein kloostertuintje van het Begijnhof. Het enige water dat we 

Doornappel… of hoe het komt dat Hans Memling er zo ‘stoned’ bij staat.

Doornappel… of hoe het komt dat Hans Memling er zo ‘stoned’ bij staat.

Doornappel, ook wel dolappel, duivelskruid of mollenkruid genoemd, is een plant uit de nachtschadefamilie (Solanaceae). Het is een giftige plant die hallucinogene alkaloïden bevat.

Plantenwandeling – 17 oktober ’23

Plantenwandeling – 17 oktober ’23

Plantenwandeling

Het is vandaag voor het eerst een frisse oktoberochtend. Maar de zon schijnt! Ideaal weer voor een plantenwandeling. Ik wil wel eens zien welke planten nog in bloei staan in deze tijd van het jaar.

Zwarte nachtschade, bloei en bessen

De zwarte nachtschade (Solanum nigrum subsp. nigrum) is een plant waaraan nu nog bloemetjes én bessen te zien zijn. De bloemetjes zijn net lampionnetjes  waarin een geel lampje brandt. 
De bessen zijn nog tot laat in het jaar aan de verdroogde planten te vinden. Zwarte nachtschade behoort tot dezelfde familie als de aardappel, de tomaat, de aubergine en de paprika, maar is bepaald niet eetbaar. De bessen van zwarte nachtschade zijn giftig.  Zwarte nachtschade wordt in een stedelijke omgeving steeds meer verdrongen door de beklierde nachtschade (Solanum nigrum subsp. schultesii). Daarover hebben we het nog uitgebreid in een volgende bijdrage.

Koninginnekruid of leverkruid (Eupatorium cannabinum)

Hier en daar is nog een exemplaar van het koninginnekruid of leverkruid (Eupatorium cannabinum) te vinden. Hier in de Speelmansstraat te Brugge. Een thee van koninginnekruid werd vroeger gebruikt tegen verkoudheid en als laxeermiddel. Niettegenstaande de plant ook ‘leverkruid’ genoemd wordt tast hij in grote hoeveelheden de lever aan en kan leverkanker veroorzaken.

Stinkende gouwe (Chelidonium majus)

Al heel vroeg in het voorjaar zijn de eerste bloemetjes van de Stinkende gouwe te zien. Tot diep in de herfst vind je planten waarbij tegelijk zaaddozen en bloemen te zien zijn. De vrucht, die van onderaf met twee kleppen geopend kan worden, bevat zaden die door mieren worden versleept, omdat er een mierenbroodje op zit.

Volgens de middeleeuwse signatuurleer kon de plant bij galklachten toegepast worden, vanwege de gele kleur van het melksap en de vorm van de bladeren. Stinkende gouwe werd als geneeskruid ook gebruikt bij onder meer oogziekten. Het gele sap werd tevens tegen wratten gebruikt.  Om een wrat te laten verdwijnen moest het sap van een verse stengel er meerdere malen per dag op worden gesmeerd. Ik heb het zelf nog geprobeerd, al moet ik toegeven dat het een goedbedoelde poging was die niet veel resultaat opleverde. 

Alchemisten gebruikten stinkende gouwe bij het zoeken naar de steen der wijzen. Heksen deden het in hun zalven. 

Blauw glidkruid (Scutellaria galericulata)

Op een kademuur langs de Reie vonden we nog een bloeiend exemplaar van het Blauw glidkruid (Scutellaria galericulata). Het is een plant die meestal groeit in natte, humusrijke grond,  langs het water en op vochtige, stenige plaatsen. Geen wonder dus dat hij op de kademuur een geschikt plekje gevonden heeft. Dat hij nu nog in bloei staat heeft alles te maken met de uitzonderlijke nazomer die we gekregen hebben. Veel planten hebben een verlengde bloei gehad.

Glidkruid is een plant die al eeuwenlang medicinaal wordt gebruikt en waarvan bekend is dat het veel potentiële voordelen heeft. Daarover zullen we in een afzonderlijke bijdrage berichten.

Tuinlobelia (Lobelia erinus)

We spotten ook opnieuw een leuke ’tuinvlieder’: tuinlobelia (Lobelia erinus). 

De soort komt van nature voor in Zuid-Afrika. De plant is van daaruit verder verspreid naar Europa, Marokko, Verenigde Staten (onder andere Hawaï) en Zuid-Australië.

De tuinlobelia bloeit in het wild vanaf mei tot in oktober met blauwe tot violette, 8-10 mm grote, vijflobbige bloemen.  Toch altijd leuk als je zo’n avonturier zijn geluk ziet beproeven tussen de kasseien van het trottoir. Lobelia’s bevatten een giftig wit melksap, dat ook op de menselijke huid irritatie kan veroorzaken.

Op bezoek in de Tudor kruidentuin St.-Andries Brugge

Op bezoek in de Tudor kruidentuin St.-Andries Brugge

Een bezoek aan de Tudor kruidentuin te Sint-Andries Brugge is in elk seizoen de moeite waard. De meeste kruiden mogen nu wel uitgebloeid zijn, nu is het tijd van vruchten oogsten, zaden verzamelen en aanplanten tegen volgend jaar. Conservator Marnic Ducasteele beheert de kruidentuin met 

Tuinvlieder in het stadscentrum

Tuinvlieder in het stadscentrum

Isotoma axillaris Lindl.Tijdens een zondagse wandeling vond ik in de Kastanjeboomstraat te Brugge een bijzonder leuke tuinvlieder in het stadscentrum: Isotoma. Aanvankelijk herkende ik de plant totaal niet, dus mijn nieuwsgierigheid was gewekt. Door het openstaande raam – het was 23 graden buiten – zag 

Gewone raket

Gewone raket

Wie in deze tijd van het jaar naar planten kijkt stelt vast dat ze er vaak moe en versleten uitzien, alsof ze zitten te wachten op de komende winter. Je zal verbaasd zijn een plant te vinden die er fris groen en nieuw uitziet. Hij lijkt net klaar om te bloeien: de gewone raket. 

Doet de naam ‘raket’ jou ook denken aan de ruimtetuigen van Nasa en Elon Musk? Mij in ieder geval wél.  En toch heeft de Gewone raket niets te maken met ruimtevaart. Deze soort uit de Kruisbloemenfamilie is echt één van de meest algemene planten die je kan vinden. Hij is inderdaad heel ‘gewoon’. Je hoeft de deur maar uit te gaan en je komt hem al tegen. (Al vrees ik dat veel mensen hem dan nog niet opmerken). Het is een echt ruigtekruid. Hij houdt van warme, droge plekjes, dus je kan hem evengoed op de stoep tegen een huisgevel aantreffen. We vonden een mooi exemplaar tegen de muur van een garage en langs de kademuren van de Coupure in Brugge. Gewone raket heeft ook een voorkeur voor straatjes waar honden worden uitgelaten. Creatieve plantkundigen hebben daarvoor een welluidende naam bedacht: plasplaatsplanten. Probeer dat maar eens tien keer snel na mekaar uit te spreken! Een echte tongbreker.

De Gewone raket (Sisymbrium officinale) is een plant uit de Kruisbloemenfamilie (Brassicaceae).  Hij werd ook geclassificeerd in een ander geslacht, daarom wordt hij soms ‘Erysimium officinale’ genoemd. Je kan hem moeilijk verwarren met zijn neven en nichten uit de Kruisbloemenfamilie (die anders vaak heel goed om mekaar lijken). Het is een 30-80 cm hoge, kruidachtige plant. Door de vertakkingen doet de raket enigszins aan een kandelaar denken. De kleine, gele bloemetjes zijn slechts 3 tot 6 mm in doorsnee. De hauwtjes zijn smal, 1 à 2 cm, en liggen opvallend tegen de stengel aangedrukt.

Raket komt namelijk van het Franse ‘roquette’, dat is afgeleid van het Latijnse ‘eruca’, de naam voor een koolplant. We vinden dat ook terug in het woord ‘rucola’. Het is inderdaad een familielid.  Sisymbrium komt van het Oudgriekse ‘sisymbrion’, waarmee verschillende aromatische planten werden aangeduid (munt of waterkers). Officinale betekent ‘geneeskrachtig’ of ‘uit de apotheken’.  Dat duidt al onmiddellijk op de vele geneeskrachtige eigenschappen die aan dit kruid toegeschreven worden.

Eén van de beter bekende toepassingen van het kruid is voor de behandeling van heesheid. Gewone raket is trouwens het werkzame bestanddeel in de bekende Euphon siroop of zuigpastilles. Om die reden wordt de Gewone raket ook wel het “zangerskruid” genoemd. In het Frans luidt een bijnaam trouwens ook “herbe aux chantres”, wat teruggaat op Matthias Lobelius (1538-1616) die schreef dat zangers de bladeren van het kruid dienden te gebruiken ‘om hun stem weer helder en klinkend te krijgen‘. Over de medicinale toepassingen zullen we het later in een afzonderlijke bijdrage uitgebreider hebben.

Deze plant wordt in heel Europa ook gekweekt vanwege zijn eetbare bladeren en zaden. Het wordt veel gebruikt als specerij in Noord-Europa, met name in Denemarken, Noorwegen en Duitsland. De bladeren kunnen worden verwerkt in soepen, sausen, salades en omeletten. De zaden zijn gebruikt om mosterdpasta’s te maken.

Het is een waardplant voor: Oranjetipje (Anthocharis cardamines) en Groot koolwitje (Pieris brassicae)

Bronnen:

Elseviers Gids van Eetbare en Geneeskrachtige planten, dr. Edmunt Launert, ISBN 90 1004373 8

https://www.floravannederland.nl/planten/gewone_raket

https://nl.wikipedia.org/wiki/Gewone_raket

Herbarium, gids voor plant en tuin

De kleine gele bloempjes… een kruisbloemige
Bleek cypergras

Bleek cypergras

Onlangs zag ik in de Zwarteleertouwersstraat te Brugge het Bleek cypergras (Cyperus eragrostis) tijdens mijn dagelijkse wandeling door de binnenstad. Ik had deze plant enkele jaren geleden ook al eens gezien n.a.v. een inventarisatie met de mensen van F.O.N. Nadien had ik ze niet meer 

De hemelboom

De hemelboom

In de Rolweg in Brugge vond ik vandaag een jonge scheut van de hemelboom (Ailanthus altissima) Het is een boom uit de hemelboomfamilie (Simaroubaceae) die een hoogte tot ongeveer 25 meter kan bereiken. Je zou het hem op bijgaande foto niet aangeven maar het wordt 

Tuinvlieders en pelgrimplanten

Tuinvlieders en pelgrimplanten

Foto boven: zilverschildzaad (Lobularia maritima)

Citroenmelisse (Melissa officinalis)

Vandaag had ik tijdens mijn dagelijkse wandeling door de stad vooral oog voor ’tuinvlieders’ en ‘pelgrimplanten’. Wie verzint dergelijke mooie namen? Tuinvlieders zijn planten die uit een tuin ontsnappen, hun vleugels uitslaan en op avontuur gaan in de ‘wilde’ natuur. Ze zoeken een plekje, soms niet meer dan een spleet tussen een paar verweerde tegels. Het zijn vaak taaie rakkers. Ze worden soms vertrapt of afgeknakt, maar ze springen telkens opnieuw weer uit. Maar ook ongekende wilde planten die ongevraagd en plots opduiken in je tuin of in de straat zorgen voor verrassing. Je kan ze ‘pelgrimplanten’ noemen.

De oogst was niet gering. Alle planten werden gevonden in het centrum van Brugge. Een overzicht:

Aardbeiplantje
Citroenmelisse
Hemelboom
Isotoma
Moederkruid
Munt
Olijfboompje
Petunia
Stijf ijzerhard
Tomaat
Tuinlobelia
Viooltje
Postelein
Een receptje voor melkdistel salade

Een receptje voor melkdistel salade

Een receptje voor melkdistel salade: (voor 4 personen) 400 gram jonge scheuten en blaadjes van de melkdistel20 gram tahin (sesampasta)3 cl water5 eetlepels olijfolie1 klein bekertje yoghurtsap van een citroensnufje zout Bron: “Eetbare planten, bloemen en zaden”, François Couplan, pg. 82, ISBN 978-90 6271 954-9 Lees 

Gewone melkdistel

Gewone melkdistel

De gewone melkdistel (Sonchus oleraceus) is één van de eerste planten die mijn vader mij, toen ik nog een kleuter was, leerde kennen. Geen wonder want de moestuin stond er vol van. Bij zoverre dat ik dacht dat het geteelde groente was. De naam ‘melkdistel 

Bomen en struiken op muren

Bomen en struiken op muren

Als ik “boom” zeg, waar denkt u dan aan? Ongetwijfeld aan een dikke, gegroefde stam die elke storm weerstaat, een machtige kruin die hoog naar de hemel reikt en waarin vogels nesten, wortels die diep in de aarde groeien en de boom van het nodige vocht voorziet en hem stevig in de grond verankert. En misschien denkt u ook aan kleurrijke bloesems, rijp fruit, gonzende bijen en … verkleurende bladeren in de herfst.  

Bij bomen – en bij uitbreiding bij struiken – denk je wellicht niet meteen aan muren. En toch treffen we in Brugge op diverse locaties bomen en struiken aan op muren. Een ‘zaailing’ heeft vaak niet meer nodig dan een barstje in steen of de cement om zich te nestelen. Daaruit groeien dan jonge planten die zich meestal sterk vertakken.  Vaak is de precieze soort ook niet gemakkelijk te herkennen.

We zullen af en toe een bepaalde boomsoort of struik nader bekijken.

Esdoorn

Esdoorn of ahorn (Acer) is een geslacht van loofbomen en heesters. De naam Acer is van onduidelijke herkomst. Het Latijnse woord ‘acer’ betekent ‘spits’ of ‘scherp’. De naam zou betrekking kunnen hebben op de spitse vorm van de bladeren die bij sommige soorten voorkomen. Er zijn verschillende soorten en cultivars.

We kennen de esdoorn allemaal vanwege de ‘helicoptertjes’. Wie heeft als kind niet met de zaden gespeeld? Er zitten twee splitvruchten aan één steeltje; de vleugels staan tegenover elkaar en geven zo een goede verspreiding door de wind. De hoek die de vleugels ten opzichte van elkaar maken is, naast de vorm van de splitvruchtjes en de ligging daarvan, een belangrijk kenmerk voor het onderscheid van de soorten. 

Het hout is zeer bruikbaar voor meubels en omdat het goed bestand is tegen slijtage ook voor vloeren. Esdoorn wordt ook gebruikt voor het maken van keukens omdat het een lichte kleur heeft. Wanneer het een mooie golftekening heeft wordt het onder andere voor achterbladen van violen en gitaren gebruikt. 

Hazelaar

De hazelaar (Corylus avellana) is een in West-Europa inheemse struik uit de berkenfamilie (Betulaceae). De vrucht van de hazelaar is de hazelnoot, waarvan de kern eetbaar is. 

De hazelaar is een “naaktbloeier”: de plant bloeit als deze nog geen bladeren heeft. De hazelaar is voor de bestuiving afhankelijk van de wind. Aan de hazelaar zitten de mannelijke en de vrouwelijke bloeiwijzen apart. De mannelijke bloemen zitten in katjes en zijn al in de zomer aanwezig in de oksels van de bladeren. Ze gaan pas bloeien in januari. De vrouwelijke bloemen zitten met drie tot vier stuks in een klein knopje bij elkaar. Tijdens de bloei zijn alleen de rode stijlen met de stempels te zien.

De enkelvoudige, veernervige bladeren hebben een dubbel gezaagde bladrand zonder insnijdingen. Het blad is bijna rond tot eivormig, enkelvoudig, veernervig en met een dubbelgezaagde rand; beide zijden zijn licht behaard.

De hazelaar wordt tot 6 m hoog en gaat pas na tien jaar vrucht dragen. (Wikipedia)

Dat hazelnoten gezond zijn weet iedereen. Ze bevatten  vitamine B, C, E en K. Vitamine C speelt een grote rol in het instandhouden van je afweersysteem en bij de opname van ijzer uit je voeding. Daarnaast helpt het je cellen gezond te houden omdat het een antioxidant is.