Zondag 16 juni In de stenen jungle van de stad, waar gebouwen de hemel lijken te strelen en auto’s als constante stromen door de straten razen, huist een verborgen schat die vaak over het hoofd wordt gezien: de planten die moedig opduiken tussen de kieren …
Het gebeurt niet elke dag dat je in volle stadscentrum een plant aantreft waarvan de Nederlandse naam al verraadt dat ze graag aan de voet van duinhellingen groeit. En toch suggereert de wetenschappelijke soortnaam – muralis – dan toch dat hij ook op steenachtige grond …
Planten met bloemhoofdjes met gele lintbloempjes zijn er bij de vleet en ze lijken allemaal een beetje op mekaar. Dat is niet verwonderlijk want het zijn neven en nichtjes. Ze behoren tot de composietenfamilie (Asteraceae) en hebben allemaal een bloeiwijze die bestaat uit lintbloemen, straal- en buisbloemen, die samen het bloemhoofdje vormen. Een aantal bekende familieleden zijn bijvoorbeeld de paardenbloem, gewoon biggenkruid, havikskruid, melkdistel, akkermelkdistel, akkerkool, en dus ook klein streepzaad. Voldoende dus om hopeloos te verdwalen in al die soorten. Klein streepzaad wordt dan ook – vooral in de vegetatieve fase – dikwijls verward met een aantal andere soorten die erop lijken.
Maar geen paniek! Op de prachtige website van Lidy Poot, www.wildebloemen.info, is een handige determinatiesleutel te vinden.
Tot deze familie behoort dus ook het klein streepzaad (Crepis capillaris). De planten kunnen sterk vertakt zijn en dan veel hoofdjes hebben. De hoofdjes zijn één tot nog geen 2 cm breed in doorsnee. De planten hebben wit melksap maar geen stekelige bladranden of een sterke ruwe beharing. De pappusharen aan de kleine nootjes zijn sneeuwwit en onvertakt, wat je het beste kunt zien met een loep.
De Nederlandse naam streepzaad verwijst naar de vele ribben (strepen) op de nootjes.
Crepis komt van het Griekse woord “krepis”, wat “slipper” of “sandaal” betekent en dat slaat op de plat op de bodem liggende wortelbladen. Het werd door oude Griekse botanici gebruikt om te verwijzen naar een plant, mogelijks een plant met een basale rozet van bladeren, die lijkt op een pantoffel.
Capillaris: Deze term is afgeleid van het Latijnse woord “capillus”, wat ‘haar’ betekent. In botanische termen verwijst het vaak naar fijne of haarachtige structuren. In het geval van Crepis capillaris kan het een verwijzing zijn naar de fijne haren op de plant.
Dus Crepis capillaris verwijst in wezen naar een plant met kenmerken die lijken op een pantoffel en fijne haren heeft.
De naam in andere talen
Engels: Smooth Hawk’s-beard
Duits: Kleinköpfiger Pippau
Frans: Crépis à tige capillaire
Kenmerken
Klein streepzaad is een rechtopstaande eenjarige plant die tot 80 cm hoog kan worden. In de stad blijft hij doorgaans wel iets kleiner. Hij heeft een diepe penwortel. Dat is handig om te overleven in de soms droge omstandigheden van het trottoir of de straat. Hoewel hij ook vaak op ruigten voorkomt voelt hij zich in de stad best in zijn sas, zolang hij maar niet te nat staat.
De stengel is slank, harig en vertakt aan de bovenkant. De bladeren zijn afwisselend, smal en getand, met een lengte van 3-8 cm. De bloemen zijn geel en gerangschikt in trossen aan de bovenkant van de stengel. De lintbloemen zijn geel en van onderen vaak roodachtig. Ze bloeien van juni tot november, en elke bloemkop kan tot 20 zaden produceren. Door die zaadproductie kan de plant zich snel voortplanten en soms dichte kolonies vormen.
Ecologische waarde
Hoewel sommigen klein streepzaad als een onkruid beschouwen vanwege de aanwezigheid ervan in landbouw- en tuinbouw, heeft het wel ecologische waarde als nectarbron voor bestuivers. Het is ook een waardevolle voedselbron voor sommige diersoorten. De zaden van de plant worden gegeten door vogels zoals vinken en mussen, terwijl de bladeren en stengels worden opgegeten door konijnen en andere herbivoren. Voor boer en tuinder echter kan het inderdaad soms problematisch zijn omdat het concurreert met andere gewassen.Streepzaad is goed te herkennen aan de stengelomvattende bladvoet met oortjes. Oortjes zijn twee lintvormige verlengingen van de bladvoet aan weerszijde van de stengel. (Zie foto boven.)
Klein streepzaad versus groot streepzaad
Voorkomen
Klein streepzaad wordt verspreid over heel Afrika en het noordelijk halfrond. Het wordt het vaakst aangetroffen langs wegen, op braakliggende terreinen of op andere verwaarloosde gebieden, maar het doet het ook uitstekend als stadsplant. Dit exemplaar vond ik tegen een gevel in de Oude Gentweg te Brugge. Het stond er in de blakende zon.
Het is één van de meer vruchtbare, kleurrijke onkruiden in een grasland of op de stoep in de zomer. Hij valt onmiddellijk op met zijn kleine, vrolijke gele bloemen op hoge, vertakte stengels. De stengels liggen vaak slepend over de grond maar soms rechtopstaand. De bladeren vormen soms een rozet. Hij bloeit van juni tot december.
Medicinaal gebruik
Deze plant is al sinds de oudheid bekend en werd veel gebruikt in de volksgeneeskunde. Het heeft laxerende eigenschappen.
Klein streepzaad wordt al eeuwenlang voor verschillende medicinale doeleinden gebruikt. Het is gebruikt in de traditionele geneeskunde om aandoeningen van de luchtwegen zoals hoesten en bronchitis te behandelen. De bladeren en bloemen van de plant bevatten flavonoïden, fenolische zuren en andere verbindingen die antioxiderende en ontstekingsremmende eigenschappen hebben. Het is echter belangrijk op te merken dat de veiligheid en effectiviteit van het gebruik ervan voor medicinale doeleinden niet grondig zijn onderzocht en dat het alleen mag worden gebruikt onder begeleiding van een deskundig fytotherapeut of gehomologeerd zorgverlener.
Culinair gebruik
De goed gewassen en gekookte, jonge bladeren en stengels zijn eetbaar. De jonge bladeren en stengels kunnen rauw of gekookt worden gegeten en hebben een licht bittere smaak. Het is echter belangrijk op te merken dat het consumeren van planten uit het wild riskant kan zijn, omdat ze schadelijke stoffen of verontreinigingen kunnen bevatten. De bloemen zijn ook eetbaar.
Sommige publicaties raden aan de plant zo vers mogelijk als groente te eten omdat ze, na verloop van tijd, een aantal giftige eigenschappen kan hebben. De gedroogde, gekookte wortel van deze plant wordt ook als diureticum gebruikt.
Er is echter verder onderzoek nodig om de potentiële voordelen en risico’s van de plant volledig te begrijpen. Als u overweegt klein streepzaad voor welk doel dan ook te gebruiken, is het belangrijk om een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg of andere deskundige te raadplegen om de veiligheid te waarborgen.
Bachbloesemremedie
Klein streepzaad behoort tot de gekende Bachbloesemremedies.
Helpt met het in balans brengen van activiteit en rust; opent voor nieuwe energie en vitaliteit, geeft soepelheid in stijve vastzittende structuren, helpt je een verbinding te maken met je basis, je op je gemak te voelen en je thuis te voelen met anderen, helpt je hierbij met het opruimen van emoties vanuit de thuis (kindertijd) relaties tot aan de huidige relaties. Helpt met het opslaan en opladen van de energie en het uitgeven van Liefde en warmte.
Voor wetenschappers zoals ik is streepzaad extra speciaal: het kan zaad maken zonder dat het bevrucht is. Dat heet apomixie of apomixis. Meer info daaromtrent is te vinden op Wikipedia. Klein streepzaad heeft ook maar zes paar chromosomen per celkern. Dat maakt de plant heel geschikt voor erfelijkheidsonderzoek.
Ken je dat moment waarop je vol goede moed en met een boodschappenlijstje in het achterhoofd naar de lokale kruidenier gaat, maar bij thuiskomst ontdekt dat het ene ding dat je niet mocht vergeten simpelweg uit je geheugen is gewist? Oh, ik kan je vertellen, …
Gaat u af en toe wel eens bij uw garage langs? Ik hoop dat u dat doet! Zo blijft je auto tiptop in orde. Maar er zijn meer onverwachte voordelen. Tenminste, bij mijn garage wel. Terwijl mijn bolide liefdevol wordt verzorgd – een klusje van …
En wat weet Chat GTP over deze website? Ik deed de proef op de som, dus stelde ik de vraag: “Wat weet u over de website Stadsplanten.be? Dit was het verrassende antwoord:
Stadsplanten.be is een informatieve website die zich richt op de flora die voorkomt in stedelijke gebieden. Hier is een gedetailleerd overzicht van de belangrijkste kenmerken en functies van de website:
Doel en Missie
Stadsplanten.be heeft als doel om de kennis en interesse in stedelijke flora te bevorderen. De website richt zich op het documenteren en presenteren van plantensoorten die in steden groeien, waarbij er bijzondere aandacht is voor de diversiteit en het aanpassingsvermogen van planten in een stedelijke omgeving.
Inhoud en Functies
Plantengids
De kern van Stadsplanten.be is de uitgebreide plantengids. Deze gids bevat gedetailleerde beschrijvingen van verschillende plantensoorten die in stedelijke gebieden te vinden zijn. Voor elke plantensoort biedt de gids informatie over:
Naam: Zowel de wetenschappelijke naam als de gangbare naam.
Beschrijving: Een gedetailleerde beschrijving van de plant, inclusief uiterlijke kenmerken zoals bladeren, bloemen, stengels en zaden.
Habitat: Informatie over waar de plant doorgaans groeit, inclusief specifieke locaties in de stad zoals parken, bermen, muren, en braakliggende terreinen.
Ecologie: Details over de ecologische rol van de plant, zoals zijn relaties met insecten, vogels en andere planten.
Foto’s: Beeldmateriaal om de identificatie van planten te vergemakkelijken.
Educatieve Artikelen
Naast de plantengids biedt Stadsplanten.be ook educatieve artikelen die ingaan op diverse aspecten van stedelijke flora. Deze artikelen behandelen onderwerpen zoals:
De impact van stedelijke ontwikkeling op plantendiversiteit.
Adaptaties van planten aan stedelijke omgevingen.
Het belang van groen in steden voor de biodiversiteit en het welzijn van inwoners.
De medicinale of culinaire toepassingen van planten.
Het rituele gebruik van planten in het verleden en heden.
De symboliek van planten.
Projecten en Initiatieven
De website informeert bezoekers ook over lopende projecten en initiatieven die zich richten op de studie en het behoud van stedelijke flora. Dit kan bijvoorbeeld gaan over wetenschappelijke onderzoeken, burgerwetenschapsprojecten waarbij stadsbewoners worden betrokken, en initiatieven voor het vergroenen van stedelijke ruimtes.
Community en Bijdragen
Stadsplanten.be moedigt betrokkenheid van de gemeenschap aan. Bezoekers van de website kunnen bijdragen door waarnemingen van planten in hun omgeving te melden. Dit helpt bij het actualiseren van de plantengids en het monitoren van de verspreiding van verschillende soorten in stedelijke gebieden. Daarnaast kunnen gebruikers deelnemen aan discussies en ervaringen delen via de community-sectie van de website.
Technische Details
Navigatie: De website is gebruiksvriendelijk en heeft een overzichtelijke navigatiestructuur, waardoor bezoekers gemakkelijk informatie kunnen vinden.
Zoekfunctie: Een geavanceerde zoekfunctie maakt het mogelijk om snel specifieke plantensoorten of artikelen te vinden.
Responsiviteit: De website is geoptimaliseerd voor gebruik op verschillende apparaten, inclusief desktops, tablets en smartphones.
Conclusie
Stadsplanten.be is een waardevolle bron voor iedereen die geïnteresseerd is in de flora van stedelijke gebieden. De website biedt uitgebreide informatie, educatieve content en mogelijkheden voor community engagement, waardoor het een belangrijk platform is voor het bevorderen van kennis en bewustzijn over stedelijke biodiversiteit.
Onlangs stuitte ik op een adembenemende ontdekking midden in het groene hart van Brugge: een zeldzame wilde orchidee, verscholen in het gras. Een magisch moment, maar de identiteit van deze mysterieuze schoonheid bleef aanvankelijk een raadsel. Was het de bergnachtorchis of toch de welriekende nachtorchis? …
In deel 2 over ereprijs gaan we dieper in op het medicinaal gebruik. Rembert Dodoens, ook bekend onder zijn gelatiniseerde naam Rembertus Dodonaeus (Mechelen, 29 juni 1517 – Leiden, 10 maart 1585)was een plantkundige en arts uit de Zuidelijke Nederlanden. In 1554 verscheen in het Nederlands …
“Alles wat de mens nodig heeft voor gezondheid en genezing is door God in de natuur geleverd; de uitdaging van de wetenschap is om het te vinden.”
(Paracelsus)
Met dit citaat in het achterhoofd ging ik opnieuw – nu al voor de zesde keer – ‘op safari in Brugge’. Elke keer dat ik de stad intrek voor een ontdekkingstocht, kom ik steeds weer nieuwe planten tegen, ontmoet ik fascinerende en geïnteresseerde mensen, en word ik verwonderd door de immense biodiversiteit en de opmerkelijke veerkracht van de natuur die zichzelf herstelt na elke “aanslag”.
Ik vond opnieuw enkele “speciale” gevallen, als ik ze zo mag noemen. Een super medicinale plant als IJzerhard(Verbena officinalis), een avontuurlijke tuinvlieder als Knopige ooievaarsbek (Geranium nodosum), Blauw glidkruid (Scutellaria galericulata) en eentje zonder hoogtevrees op de muur van het Engels klooster: Gele helmbloem (Pseudofumaria lutea).
Vandaag ging mijn tocht door Brugge langs de Rolweg, de Guido Gezelletuin, het “Hemelrijk”, de Oliebaan en de Potterierei. Ik nam weer heel wat foto’s. 165 om precies te zijn. Dus heb ik mij moeten beperken bij het maken van de volgende fotografische impressie. Ik hoop dat u er van geniet.
Lang geleden, in het koninkrijk van de Frankische koning, waar de zon goud glansde over de groene heuvels en de wind fluisterde door de eeuwenoude bossen, leefde een oude vorst die bekend stond om zijn eerlijkheid en oprechtheid. Geliefd door zijn onderdanen, droeg hij de …
Wanneer je door de betoverende straten en langs de schilderachtige kanalen van Brugge wandelt, word je overweldigd door de uitbundige bloei van de muurfijnstraal (Erigeron karvinskianus). Van de vroege lente tot diep in de herfst transformeert deze plant het straatbeeld met zijn delicate bloemen, een …
Wie heeft er niet als kind met kleefkruid (Galium aparine) gespeeld? Je gooide het naar je vriendjes en het bleef dan in hun haar of op de klederen hangen.
Kleefkruid behoort – net als lievevrouwebedstro – tot de familie van de Sterbladigen (Rubiaceae).
Naamgeving
Galium komt van het Griekse gala (melk). Kleefkruid werd vroeger gebruikt als een natuurlijk stremsel in de melk. Van deze melk, gegoten en gezeefd door een dikke prop kleefkruid, werd kaas gemaakt.
De wetenschappelijke soortnaam aparine is afgeleid van het Griekse woord apaireo, hetgeen betekent “ik grijp” of “ik pak beet”.
Ook de Nederlandse naam verwijst daar duidelijk naar. De gehele plant, ook het zaad, is bedekt met piepkleine, kromme, stekelige haartjes die zich vasthechten aan allerlei voorwerpen – vooral kleren en vachten. Ter illustratie: zie bijgaande foto.
Volkse namen
Vele volkse namen duiden ook op dit ‘kleven’ of ‘klitten’ en andere daarmee verwante eigenschappen. We laten hieronder een selectie volgen die voor zichzelf spreekt: Jan-kleef-an, Jan-plak-an, katteklauwen, klef-klef, kleine klit, kletteklauw, kliskruid, klitkruid en klevers.
De dofgroene, vierkantige stengels zijn behaard en maar weinig vertakt. Meestal hangen ze tussen andere planten. Ze zijn slap en breken gemakkelijk. Ze ranken zich overal tussen en worden daarom gevreesd in akkers omdat ze zelfs de landbouwmachines kunnen doen vastlopen.
Beschrijving en voorkomen
De piepkleine bloemen zijn slechts anderhalve tot twee millimeter groot. (Zie foto bovenaan). Uit deze bloemen ontstaan kleine vruchtjes met vele haakjes eraan. De vruchten zitten twee aan twee en zijn 6 à 8 mm groot. De vruchtjes hebben nog meer haakjes dan de stengel. Daardoor blijven ze hangen in de vacht van harige dieren en in de kleding van mensen. Zo worden de vruchten over grote afstand verspreid, waardoor kleefkruid op veel plaatsen voorkomt.
Onkruid?
Kleefkruid groeit graag op omgewoelde grond en is daarom vaak te vinden op akkerlanden. Meestal heeft de eigenaar van de grond een hekel aan het snelgroeiende kruid, omdat het gekweekte gewassen overwoekert. Graangewassen die “verontreinigd” zijn met kleefkruidzaad mogen niet als voedingsgraan voor de mens verkocht worden. Het mag wel als voer voor dieren dienen, maar levert bij de verkoop een stuk minder op. Vandaar dat kleefkruid vaak met gif wordt uitgeroeid.
Kleefkruid wordt vanwege zijn woekerend karakter vaak alleen maar als lastig onkruid gezien. Ten onrechte! Bij prehistorische opgravingen zijn kleefkruidvruchtjes gevonden die waarschijnlijk gebruikt werden om melk te stremmen. De wortel van kleefkruid werd (wordt) gebruikt als verfmiddel om een rode kleur te krijgen. Waarschijnlijk werd het ook gegeten. Toppen en jonge bladeren zijn een voedzame en gezonde groente (niet rauw, maar stomen, in de soep of in een omelet). Verder werd er koffie van gemaakt. Geroosterd en gemalen zaad is een redelijke koffiesurrogaat.
Nuttig
Vroeger bestonden er geen “on”kruiden, ofwel nutteloze kruiden, en ging men met respect met de gewassen om. Men geloofde dat de Schepper alleen maar nuttige kruiden aan de aarde had gegeven. Als men last had van een “vervelende” plant, werden de wijze mannen of vrouwen erbij gehaald en werd de plant onderzocht. Men wreef het kruid over de huid. Als er na enkele uren geen vervelende reacties volgden, aten ze van de plant of maakten er thee van. Ook mediteerde men bij de plant. Op die manier probeerde men de geheimen ervan te ontrafelen. Er werd net zo lang doorgezocht totdat het nut van het kruid was ontdekt.
Gelukkig heeft men het nut van kleefkruid ontdekt. In de geschiedenis moet er veelvuldig gebruik van gemaakt zijn, want het kruid kent diverse medicinale eigenschappen.
Medicinaal
Kleefkruid is een eeuwenoud middel voor huidkwalen en bloedzuivering en is nog steeds een populair middel voor een ‘’grote schoonmaak’’ van het lichaam. Kleefkruid is vochtafdrijvend en werkt bij darm- en galklachten. Kleefkruid is een belangrijk kruid voor het lymfestelsel. Er is een tinctuur op de markt ter ondersteuning bij gezwollen lymfeklieren en bij sommige huidaandoeningen, zoals droge eczemen.
Het sap van kleefkruid is huidreinigend en ontsmettend en is vooral bij veel droge huidaandoeningen in te zetten. Het verzacht de zonverbrande huid. Kompressen van fijngewreven bladeren kunnen helpen op blaren, schaafwonden en kneuzingen. Dit helpt ook zweren, wonden en steenpuisten sneller te genezen. Het sap kan ook ondersteunen bij psoriasis, eczeem en schimmels. Laat het op de huid indrogen en was het af voordat er nieuw sap wordt opgedept. Kleefkruid wordt zelfs ingezet bij de behandeling van huidkanker.
Eczeem kan worden behandeld door de aangetaste plek in te smeren met kleefkruid sap of door een zalf te maken van kleefkruid.
Inwendig ondersteunt kleefkruidthee of het sap het afweersysteem en bevordert het de uitscheiding van afvalstoffen en gifstoffen uit het lichaam. Het helpt bij gezwollen lymfeklieren, terugkerende blaasontstekingen, amandelontsteking, nierontsteking, prostaatproblemen en urinewegproblemen, vocht vasthouden en opgezette keelklieren. Bij dit laatste is een combinatie van thee drinken en zalf van botervet met vers sap in een kompres aanbevolen. Het kompres eenmalig gebruiken en nadien weggooien.
Door water te koken en de gewassen, jonge blaadjes 10 min. te laten trekken, maak je een thee, die reinigend werkt en daardoor goed is voor je huid en zuiverend voor alle organen die afvalstoffen moeten verwerken. Door de bloedverdunnende werking van de stof coumarine, plas je de afvalstoffen sneller uit. Echt een aanrader in het voorjaar in combinatie met andere kruiden in een reinigingskuur. Ook bij verminderde weerstand, na ziekte of medicijngebruik.
Eetbaar?
De hele plant is eetbaar, maar vooral de jonge blaadjes zijn lekker door de soep, door de rijst of bij de vis. Pluk de blaadjes voordat er zaadjes aan de plant komen. Kleefkruid kun je kort koken en serveren als groente, stamppot van maken met aardappels en combineren met andere groente of door de rijst doen. Na het koken kleeft het niet meer. Het smaakt een beetje bitter. Met kaas is het dan ook een lekkere combinatie. Op internet zijn verscheidene gerechten te vinden.
Opgepast: Door de aanwezigheid van coumarine, een natuurlijke bloedverdunner, mag kleefkruid niet samen met bloedverdunners worden gebruikt. Ook samen met plastabletten kun je kleefkruid beter niet gebruiken. Een teveel aan coumarine kan trouwens weer worden tegengegaan met het eten van vitamine K-rijke groente.
Rembert Dodoens (1518-1585)
Rembert Dodoens (1518-1585) schrijft :
“Cleefcruyt heeft vele cleyne viercantighe rouwe stelen/ met vele ledekens/ daer aen wassen langhe smalle bladerkens/ rontsomme die ledekens sterrewijs gheset ghelijck aen die Rotte/ maer veel minder ende rouwer/ ende van dese selve ledekens wassen andere ghelijcke steelkens/ draghende cleyne witte bloemkens/ ende daer naer/ ront rouw saet/ meest twee op een steelken. Dit heel cruyt met stelen bladeren ende saet blijft al om aenhanghende als aengheruert wordt/ ende es zoo rouw dattet over die tonghe ghestreken/ die tonghe doet bloeyen.”
(Bron: Cruijdeboeck deel 4 capitel 62, bladzijde 574-575)
En: “De herders pleghen dit cruydt in het melck te steken, soo blijven alle hayren die daer in zijn, aen de rouwigheyt van dit cruydt hangen.“
Dit laatste vinden we reeds bij Dioscorides (eerste eeuw na Chr.) vermeld. Dodoens schrijft nog verder over de plant:
“Men noemt et oock in ’t Griex Philanthropos, al oftmen seyde Menschenvriendt, om dattet aen de cleederen soo vast houdt ende cleeft.“
Ook voor dieren
Ook voor dieren is kleefkruid goed. Paarden zijn er gek op.
Kleefkruid wordt bij paarden veel gebruikt voor de smering en het behoud van soepele gewrichten en de ondersteunt de afvoer van afvalstoffen. Om die reden kan het ook goed worden ingezet voor de ondersteuning van de huid. Paarden vinden Kleefkruid heerlijk en krijgen er vaak een schitterend glanzende vacht van!
Heb je kippen, geef ze dan af en toe wat kleefkruid, daar zijn ze gek op. Ook een konijn of cavia zal je dankbaar zijn.
Bronnen en meer informatie
Onze mede-redacteur Andrea Bleeker heeft het op haar website “Kruidengeheimen” ook over het kleefkruid. Dit artikel is gedeeltelijk gebaseerd op haar tekst. We bevelen de website van Andrea ten zeerste aan.
Leren schoolkinderen nog met pen en inkt schrijven? Met zo’n ouderwets ballonpennetje en die koningsblauwe inkt? Ik had in ieder geval het geluk om dat in mijn kinderjaren wél te doen. Ja, dat was nog eens een ervaring! We schreven traag, want traag is vaak …
Ik ga een overbodige vraag stellen: “Wie kent het madeliefje niet?” Natuurlijk kennen we dat lieflijke plantje allemaal. Het madeliefje (Bellis perennis) straalt in al zijn eenvoudige pracht. Iedereen kent dit charmante bloemetje, dus een uitgebreide beschrijving is overbodig. Deze schoonheid bloeit bijna het hele …
Zondag 26 mei 2024 Stap om de veertien dagen mee in een levendige, stedelijke wildernis tijdens een opwindende en verbluffende stadssafari! Ga op ontdekkingsreis langs smalle steegjes en betoverende stadskanalen, en laat je betoveren door de verborgen pracht van de stadsplanten. Laat je verbazen door de adembenemende vondsten die we doen en dompel jezelf onder in het fotografische verslag van deze bruisende ontmoetingen met de natuur te midden van de drukte van de stad!