In een andere bijdrage hadden we het over de kleine ratelaar, een vrij zeldzame plant. Vandaag hebben we het over zijn broer, de grote ratelaar, die we vonden in het Begijnhof te Brugge.
De grote ratelaar behoort ook tot de Bremraapfamilie (Orobanchaceae) en is in Vlaanderen vrij zeldzaam, maar plaatselijk algemeen. Op de Rode lijst staat hij gemarkeerd als kwetsbaar en beschermd.
De soort is gevoelig achteruitgegaan in vergelijking met de karteringsronde 1939-1971. De achteruitgang is het meest opvallend in de Oostkustpolders. Oorzaken zijn bemesting van voedselarme en matig voedselarme graslanden, en het scheuren en opnieuw inzaaien van graslanden. In natuurreservaten doet grote ratelaar het wel goed. Talloze beheerde natuurgebieden worden (opnieuw) gekoloniseerd.
Naamgeving
Grote ratelaar heeft zijn naam te danken heeft aan de zaden die rammelen in de vrucht.
Rhinanthus komt van het Griekse rhis of rhinos (neus) en anthos (bloem), hetgeen slaat op de bovenlip van de bloemkroon, die als een neus vooruitsteekt. Angustifolius betekent met smalle bladen.
Halfparasiet
Wat niet iedereen weet is dat ratelaar een halfparasiet is. In de winter groeit de wortel al uit en gaat op zoek naar de wortels van andere planten zoals gras of klaver. De plant boort deze aan en haalt hier een gedeelte van zijn voedingsstoffen. Zo heeft het in minder rijke omstandigheden een concurrentievoordeel op die andere planten, die het door toedoen van ratelaar weer moeilijker hebben.
Dat de plant gras parasiteert heeft hem populair gemaakt bij natuur- en heemtuinbeheerders. Het dringt het gras nog wat verder terug, waardoor er meer plaats is voor andere bloemplanten. Zo worden bepaalde orchideeënsoorten opvallend vaak vergezeld door deze plant. Bovendien worden ratelaars vanwege hun bloei zelf ook gewaardeerd en kunnen ze, wanneer ze massaal voorkomen, een grasland geel kleuren. Ze worden ook door insecten als bijvoorbeeld hommels bezocht. De grote ratelaar bloeit vanaf mei tot en met oktober.
Grote ratelaar was vroeger algemeen verspreid. Met name in vochtige hooilanden kwam dit kruid veel voor. Het werd gezien als een schadelijk (on)kruid omdat de soort een halfparasiet is op grassen. Tegenwoordig is grote ratelaar in het landelijk gebied vrijwel afwezig. Drassige hooilanden in natuurreservaten en natuurontwikkeling terreinen vormen nu, samen met ecologisch beheerde bermen en slootkanten in stedelijke gebied, het belangrijkste verspreidingsgebied van grote ratelaar. Grote ratelaar is te verwarren met kleine ratelaar. Deze twee soorten groeien regelmatig samen, hoewel de laatste meestal op minder vochtige standplaatsen wordt aangetroffen. Tijdens de bloei is grote ratelaar te herkennen aan de (meestal) blauwpaarse bovenlip in combinatie met opvallend licht gekleurde (bleke) schutbladen waarvan de onderste tanden sterk toegespitst zijn.