Bruin bekermos – Cladonia grayi
Tijdens mijn recente, avontuurlijke ontdekkingstocht naar de prachtige Stedelijke begraafplaats Steenbrugge in het betoverende Brugge, werd ik vergezeld door mijn kompaan en mederedacteur, natuurfotograaf Nic Carsauw. Te midden van ons fascinerende avontuur, werden onze ogen plotseling getrokken naar de schattige ’trompetjes’ die speels tussen het gras tevoorschijn kwamen op de plek waar ooit een grafzerk had gestaan. Wat een mysterie! Gelukkig herkende Nic direct het charmante Bruin bekermos, maar voor mij was het een primeur die mijn nieuwsgierigheid naar dit wonderbaarlijke wezen alleen maar vergrootte.
Laat me je meenemen op een magische reis door het wonderlijke rijk van de korstmossen, waar het Bruin bekermos zijn thuis heeft gevonden. Dit sprookjesachtige korstmos, behorend tot het geslacht Cladonia, danst moeiteloos over stenen, bomen, hout en de aardse bodem. Zijn grondschubben, bescheiden van formaat, onthullen een witte onderkant. Maar wat dit prachtige wezen echt bijzonder maakt, is zijn innige symbiose met de alg Trebouxioid, een mysterieuze samenwerking in het adembenemende ballet van het leven.
Kenmerken
De anatomie van dit korstmos wordt gekenmerkt door holle, ongeveer 2 cm lange stelen, die variëren in kleur van lichtgrijs tot lichtgroen. Deze stelen, ook wel podetia genoemd, vertonen een opmerkelijke eigenschap: ze kunnen abrupt uitmonden in trechtervormige bekers. Deze bekers hebben een diameter van ongeveer 4 mm en vertonen een opvallend regelmatige vorm. Hun kleur varieert van grijsgroen tot grotendeels bruin door aanwezige pigmenten. Langs de rand van de bekers zijn vaak bruine tot zwarte puntvormige structuren te vinden, pycnidiën genaamd, waaruit ongeslachtelijke sporen worden verspreid.
Voortplanting
De voortplanting gebeurt zowel geslachtelijk als ongeslachtelijk. Het totale oppervlak van de stammetjes, inclusief de binnenkant van de bekertjes, is met fijne sorediën bedekt. Sorediën zijn structuren waarmee het korstmos zich vegetatief (ongeslachtelijk) kan voortplanten: het zijn stukjes thallus waarin zich zowel schimmeldraden als algen bevinden.
Ook kan het korstmos zich voortplanten door middel van fragmentatie. Delen van de korstmosstructuur kunnen breken en zich elders vestigen.
De bekerrand is vaak voorzien van bruine tot zwarte puntvormige pycnidiën (kogelvormige vruchtlichaampjes) waaruit ongeslachtelijke sporen worden afgegeven. (Bron: Nic Carsauw)
Voorkomen
Kopjesbekermos komt veel voor en komt in heel Europa voor op zand- en zandleembodems. Soms groeien ze ook op verrot hout of aan de voet van boomstammen op lichtrijke locaties.
Voor mij was het de eerste keer dat ik dit tot de verbeelding sprekende korstmos kon fotograferen. Ik hoop dat u, net als ik, van de foto’s kan genieten.
Laat me je vertellen over de betekenis achter de naam van dit intrigerende korstmos. De genusnaam Cladonia vindt zijn oorsprong in het oude Griekse woord klados, wat “spruit” betekent. Een passende benaming voor een organisme dat gedijt in groei en vernieuwing. De Latijnse soortnaam, fimbriata, voegt nog meer mysterie toe, met zijn betekenis van “vezelig” of “omzoomd“. Dus wanneer we de naam Cladonia fimbriata ontcijferen, ontvouwt zich een poëtisch beeld van “omzoomde spruiten“, wellicht een verwijzing naar de betoverende aanblik van de bekers met hun pycnidiën, die als delicate versieringen langs de randen van de groeiende spruiten pronken.
Bekermossen, zoals hun naam al doet vermoeden, hebben een opvallend kenmerk: ze vormen bekertjes die ‘podetiën’ genoemd worden. Deze podetiën zijn in feite verticale torentjes die omhoogschieten uit het ‘korstmoslichaam’ dat zich over de grond uitstrekt. De structuur van een bekermos bestaat dus uit een horizontaal deel dat de grond bedekt en een verticaal deel dat de vorm aanneemt van de bekertjes.
Bronnen en meer informatie
https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=30786
https://nl.wikipedia.org/wiki/Bruin_bekermos
https://www.yavannah.nl/infoteksten/bekermos/Bekermos.php
https://britishlichensociety.org.uk/resources/species-accounts/cladonia-fimbriata
- Wilde planten in … museum (deel 3)
- Wilde planten in het …museum (deel 2)
- Wilde planten in … het museum
- Kompassla
- Bezemkruiskruid
- Basterdwederik – deel 2
- Basterdwederik (Epilobium) – deel 1
- Op stap met lichenoloog Tim Claerhout
- Muursla
- Paardenkastanje
- Akkermelkdistel
- Fijnstraal – deel 3
Ontdek meer van Stadsplanten
Abonneer u om de nieuwste berichten naar uw e-mail te laten verzenden.
Beste, Het ontschorste deel op de podetiën aan de rand van de bekers, dat wat rozig is, doet mij eerder denken aan bruin bekermos, Cladonia grayi.
Dankjewel voor de toelichting Daniel. Zo’n kenner van korstmossen ben ik niet om die details te herkennen. Ik apprecieer uw reactie. Dank om mijn website te volgen.