Muurfijnstraal … een parel op de Brugse kroon
Wat een heerlijke verrassing! De eerste zonovergoten dagen van de lente hebben een magische transformatie teweeggebracht in de straten van Brugge. Overal waar je kijkt, schitteren de bloempjes van de muurfijnstraal weer in volle glorie! Dit charmante plantje heeft mijn hart gestolen, en het siert weer de eeuwenoude muren, bruggen en kademuren met een zee van bloemen. Het is werkelijk een genot voor het oog, een waarlijk spektakel dat de stad een betoverende gloed geeft. Brugge wordt nog mooier dankzij dit schitterende natuurlijke wonder!
Herkomst
Muurfijnstraal is inheems in Midden-Amerika en het uiterste noorden van Zuid-Amerika. Ze is vooral in het Mediterrane deel van Europa ingeburgerd. Ook in zuidelijk Azië, Australie en delen van Afrika is muurfijnstraal verwilderd te vinden. De plant is oorspronkelijk afkomstig uit Mexico, kwam als tuinplant (of via een scheepslading?) naar Europa en ‘ontsnapte’ – zoals wel vaker gebeurt – naar de wereld buiten de tuin. Een ‘tuinvlieder’ dus.
Vooral in Brugge
Wist je dat de allereerste rapporten over de muurfijnstraal in België teruggaan tot het jaar 2000? Het begon allemaal op de oude bakstenen muren langs de kade van de Leie, in het pittoreske Kortrijk (zie*). Van daaruit heeft deze intrigerende plant zich in een mum van tijd verspreid naar verschillende steden, voornamelijk in Vlaanderen. Eerst dook het op in Brugge, en al snel ook in Gent, Antwerpen, Koksijde, Menen, Roeselare, Veurne… De lijst lijkt eindeloos! En alsof dat nog niet genoeg was, werd de muurfijnstraal in 2008 voor het eerst gespot in Wallonië, in Namen. Met al deze ontdekkingen kunnen we gerust stellen dat de muurfijnstraal verre van zeldzaam is geworden. Het heeft zich in twee decennia als een onweerstaanbare groene golf door het land verspreid!
Naamgeving
In ‘muurfijnstraal’ staat niet voor niets het woord ‘muur’. De plant houdt van een stenige ondergrond. Dat kunnen rotspartijen zijn, bestaande uit zwerfkeien, tussen straatstenen, maar vooral op oude muren. Die rotsige ondergrond is overigens geen vereiste. In een border met goed doorlatende grond gedijt de plant ook uitstekend.
De aanduiding fijnstraal heeft betrekking op de breedte van de lintbloemen. Deze vrouwelijke straalbloemen (lintbloemen) zijn hoogstens een millimeter breed en veel smaller dan lintbloemen van andere composieten. Het wordt wel eens het ‘Mexicaans madeliefje’ genoemd, maar toch is er nog een duidelijk verschil met het ons bekende madeliefje (Bellis perennis).
De wetenschappelijke naam is Erigeron karvinskianus.
De naam Erigon is afgeleid van het oude Griekse woord êri dat “vroeg in de morgen” betekent en gérōn (oude man). Deze twee woorden refereren naar de snel verschijnende harige vruchten na de bloei.
Wilhelm Friedrich Karwinski von Karwin (1780 –1855) was een natuurvorser die in Brazilië (tussen 1821 en 1826) en Mexico (tussen 1826 en 1831 en in 1840) veel dieren en planten verzamelde. Veel van deze dieren en planten zijn uit eer naar hem vernoemd. Dus ook deze plant. Hij werd geboren in het huidige Hongarije, en stierf in München.
Habitat
Een wereld waar oude, vochtige muren tot leven komen met een explosie van groen. Dit is precies waar de muurfijnstraal zich thuis voelt. Vooral op verweerde muren langs het water. Geen wonder dus dat het in Brugge – het Venetië van het noorden – overal voorkomt op de kademuren. Maar hier stopt het niet! Muurfijnstraal gedijt niet alleen op beschaduwde, stenige plekken, maar kan ook het felle zonlicht trotseren. Het is een meester in het transformeren van oude binnensteden, waar het massaal langs gevelmuren opbloeit. Muurfijnstraal is een taaie doorzetter, een overblijvende soort, die zich moeiteloos nestelt in bestaande muurvegetaties. Een klein wonder dat ons telkens weer verbaast door zijn aanpassingsvermogen en schoonheid.
Te koop in tuincentra
Ondertussen is de muurfijnstraal in talloze tuinen al een ware ster! Terwijl sommige tuiniers stoepplanten – ze noemen het vaak onkruid – liever vermijden, omarmen ze deze prachtige plant met open armen. Muurfijnstraal gedijt uitstekend in de tuin en vraagt slechts om een zonnig plekje op niet al te schrale grond, waar het zich vervolgens moeiteloos vermeerdert. Hoewel je zou kunnen denken dat het zich als een wildernis verspreidt, doet het dat op een zo keurige en vredige wijze dat het label ‘woekerplant’ niet van toepassing is. In feite is deze fraaie wilde plant uitgegroeid tot een geliefde sierplant.
Voetnoot
(*) Verloove F. (2001) Conyza bilbaoana J. Rémy, Cotoneaster x watereri Exell en Erigeron karvinskianus DC., nieuw voor de Belgische flora in Kortrijk. Dumortiera 78: 24-27.
Verloove F. (2002) Ingeburgerde plantensoorten in Vlaanderen. Mededeling van het Instituut voor Natuurbehoud n° 20: 227 p.
Verloove F. (2006) Erigeron karvinskianus. In: Van Landuyt W., Hoste I., Vanhecke L., Van den Bremt P., Vercruysse W. & De Beer D., Atlas van de flora van Vlaanderen en het Brussels gewest. Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Nationale Plantentuin van België en Flo.Wer: 381-382.
Bronnen en meer informatie
https://wildeplanteninbrugge.blogspot.com/2023/05/muurfijnstraal-erigeron-karvinskianus.html
https://nl.wikipedia.org/wiki/Muurfijnstraal
https://waarnemingen.be/species/6755
https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=29446
https://www.floravannederland.nl/planten/muurfijnstraal
https://www.wilde-planten.nl/muurfijnstraal.htm
Link naar de 12 meest recente artikelen
Ontdek meer van Stadsplanten
Abonneer u om de nieuwste berichten naar uw e-mail te laten verzenden.