Muurplanten horen thuis op oude, verweerde muren. Het zijn de ‘krassen’ die deze muren tot antiek maken en hen een authentiek en ‘oud’ aanzien geven. Bovendien danken veel oude muren en gebouwen hun schoonheid aan de kleurrijke plantenrijkdom erop.
De stad is een uitzonderlijk rijke biotoop wat muurplanten betreft. “Nogal wiedes”, zal je zeggen. In de stad komen nu eenmaal veel oude muren voor: huizen, bruggen, kademuren, torens, kerkhofmuren, stadswallen, forten en kastelen…Noem maar op. Planten die op muren groeien komen vaak oorspronkelijk uit bergachtige gebieden waar ze op rotsen een natuurlijke habitat vinden. Op betonnen muren, die meestal van recentere datum zijn, vinden planten vaak niet de geschikte ondergrond om te groeien. Ze zijn te droog en te egaal voor de zaden om te ontkiemen. Maar oude muren, waarbij men bij het bouwen meestal een natuursteen en een kalkrijke cement gebruikt heeft, vormen dan weer wel een ideale habitat.
Verschillende soorten korstmossen, blad- en levermossen en vaatplanten kunnen muren koloniseren. Dit is een zeer traag proces. Vaatplanten vestigen zich pas als in scheuren en uitgesleten voegen voldoende humus begint te verzamelen. Er is dus nauwelijks een bodem aanwezig en het milieu wordt gekenmerkt door grote schommelingen in temperatuur en waterhuishouding. Muurplanten zijn dus taaie rakkers.
Bij restauraties van oude muren is het belangrijk om dat met respect voor de plaatselijke flora te doen. In veel steden – onder meer in Brugge – tracht men daar terdege rekening mee te houden.
Een goed overleg tussen aannemer en plantkundige, opzichter, sloper en metser is noodzakelijk.
Bij de herstelling tracht men zoveel mogelijk de milieuomstandigheden van de oude muur te behouden. Daarbij heeft men vooral ook voor de mortelsamenstelling. Een kalkrijke mortel en diepe oneffen voegen bieden grotere kansen op herstel van de muurvegetatie. Goede muurdelen die niet aan restauratie toe zijn laat men liefst onaangeroerd. Indien mogelijk laat men de planten die reeds gevestigd zijn gewoon zitten.
Enkele redenen om zuinig te zijn op muurplanten:
Muurplanten zorgen voor een fleurig aanzien van onze steden. Veel oude gebouwen, keermuren, vrijstaande muren danken hun schoonheid en waarde aan muurbegroeiing. Muurplanten zijn educatief en bij iedereen in de buurt te vinden.
Muurplanten hebben hoge natuurwaarde : ze vertegenwoordigen rotsplanten in ons milieu en vormen zo een bijzondere groep die zeldzaam en bedreigd is.
Oude muren zijn niet enkel rijk aan planten, ook (zeldzame) dieren vinden er een thuis (bv. zeldzame Muurhagedis). Ook zij worden mee beschermd bij beschermen van de muurvegetatie.
In de loop van de 20ste eeuw hebben muurvegetaties sterk aan oppervlakte en kwantiteit ingeboet, vooral in het stedelijke milieu. Hoofdoorzaken van deze achteruitgang moeten worden gezocht bij sloop, restauratie en schoonmaak van vele oude muren. Het gebruik hierbij van hoge drukspuiten, zandstralen, herbiciden, harde mortel, gladde stenen en waterafstotende middelen, maakt het voor muurplanten onmogelijk om zich te handhaven en te overleven. Daarnaast eisen ook luchtverontreiniging, strooizout en eutrofiëring hun tol.
Bron: bij het opstellen van deze tekst werd gedeeltelijk gebruik gemaakt van een tekst van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap; afdeling Bos & Groen.
De oorspronkelijke tekst is te vinden op: https://www.biw.kuleuven.be/lbh/lbnl/ecology/doc%20download/WallVegetation.pdf