Stoepplanten zijn wilde planten die groeien tussen de plaveien of kasseien van het trottoir, in spleten en voegen beneden aan muren, in de straatgoot, langs een fietspad, zelfs tussen de kasseien of in het asfalt van de rijweg.
Stoepplanten zijn doorgaans geharde rakkers. Ze krijgen ook heel wat te verduren. We kijken er letterlijk op neer, als we ze al niet vertrappelen of plat lopen. In de zomer moeten ze de hitte van de opwarmende stenen doorstaan of vaak overleven met heel weinig water. ’s Winters worden ze gepekeld als – na een sneeuwbuitje – de strooidiensten voorbijkomen.
Vroeger was men van mening dat stoepplanten heftig moesten bestreden worden met onkruidverdelgers, zout, zuur, bleekwater, vuur enz… Geen remedie was echter toereikend, want … “Onkruid vergaat niet! ” zei de goegemeente. Nu nog zenden veel stadsbesturen een brief naar de bewoners om alle ‘onkruid’ voor hun huis te verwijderen, en wordt er gedreigd met zware boetes als aan dit bevel geen gevolg gegeven wordt. Ik kreeg onlangs zelf nog zo’n aanmaning in de brievenbus.
Gelukkig is de mentaliteit stilaan aan het veranderen. Waar stoepplanten een echte hindernis vormen moet er uiteraard ingegrepen worden. Maar waar ze niemand een doorn in het oog zijn dan is het leuk als ze gewoon blijven staan. Ze geven kleur aan het straatbeeld, zijn een habitat voor kleine dieren zoals insecten en kevers en bevorderen de biodiversiteit in de stad. Misschien blijven meer mensen ook even staan om ze te bekijken en zijn ze nieuwsgierig naar de namen van al die weelde. Dat is waar deze website wil aan meewerken. Als bij een aantal mensen de vraag rijst: “Hé, wat groeit daar in mijn straatje?” of “Welk leuk plantje groeit hier plotseling voor mijn deur?” dan willen we trachten daar een antwoord op te geven.
In plaats van ze ‘uit te trekken’ gaat een aantal mensen er misschien foto’s van ’trekken’ of identificeren met apps als Obsidentify of PlantNet. Je kan je foto’s met de hashtag #stoepplanten of #stoepplantjes uploaden naar je sociale media. Het is superleuk als je vrienden en kennissen zien wat je gevonden hebt. Je zal heel wat duimpjes op je bericht krijgen. Zeker weten! Ik schrijf uit ervaring.
Kinderen – en eigenlijk ook volwassen, want willen we niet allemaal een beetje het kind in ons koesteren? – kunnen met stoepkrijt de naam bij hun vondst schrijven. Wedden dat er dan meer mensen even blijven staan? Het is een minderheid die meewarig het hoofd zal schudden. De meerderheid zal denken: “O, wat leuk! Die stadsbewoner ken ik nu ook“.
(Tekst: Marc Willems)