Medicinaal gebruik van kamille Matricaria chamomilla L. is een beroemde medicinale plant die veel gebruikt wordt in de traditionele geneeskunde om allerlei ziekten te behandelen. Kamille kwam overvloedig voor in Griekenland, waar men al in de oudheid zijn bijzondere geur had opgemerkt. Het is verrassend vast …
In deel 2 over ereprijs gaan we dieper in op het medicinaal gebruik. Rembert Dodoens, ook bekend onder zijn gelatiniseerde naam Rembertus Dodonaeus (Mechelen, 29 juni 1517 – Leiden, 10 maart 1585)was een plantkundige en arts uit de Zuidelijke Nederlanden. In 1554 verscheen in het Nederlands …
In deel 2 gaan we dieper in op de geschiedenis van het medicinaal gebruik door de eeuwen heen. We hebben ons daarbij vooral gebaseerd op het boek “De Historia Naturalis” van Marcel De Cleene en enkele wetenschappelijke websites. (Zie bronnen)
De geschiedenis van het medicinaal gebruik van smeerwortel
De geneeskrachtige eigenschappen van de smeerwortel zijn al zeer lang bekend. Over weinig planten is meer geschreven dan over de smeerwortel. Ook heden ten dage wordt veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de toepasbaarheid van deze plant bij de behandeling van allerlei ziekten.
Dioscorides (circa 40-90 na Christus)
De oudste vermelding van het gebruik van smeerwortel vinden we terug in het oude Griekenland. Ze prezen de wondhelende en botversterkende eigenschappen van de plant aan. Dioscorides beoefende de geneeskunst in Rome ten tijde van Nero. Hij was chirurg in het leger van de keizer, en dus had hij de kans om uitgebreid te reizen, op zoek naar geneeskrachtige stoffen (planten en mineralen) vanuit de hele Romeinse en Griekse wereld.
Plinius de Oudere (ca. 23/24 – 79 na Chr.)
Plinius de Oudere schrijft in zijn veelgeprezen encyclopedische werk “Naturalis Historia” over smeerwortel o.a. het volgende: “De meest doeltreffende middelen bij scheuringen, verstuikingen en vallen van hoogtes zijn het sap van de grote wolverlei, maar ook de bouillon van symphytum of een afkooksel van de wortel.” (Vrij vertaald uit boek 26, capitel 85)
In de Naturalis Historia komen tal van wetenschappelijke onderwerpen aan bod. Thema’s die Plinius behandelde, waren onder meer de kosmologie, astronomie, geologie, biologie, zoölogie, tuinbouw, medicijnen, metallurgie, schilderkunst en pottenbakken.
Hildegarde von Bingen (1098-1179)
Hildegarde von Bingen (12de eeuw) kookte de plant in wijn en gebruikte dit afkooksel als kompres bij wonden.
Rembert Dodoens (1517–1585)
Rembert Dodoens (1517–1585), ook bekend onder zijn gelatiniseerde naam Rembertus Dodonaeus, benadrukte ook de genezende werking van smeerwortel op wonden en botten. In die tijd werden gebroken botten onder andere behandeld met smeerwortel. De wortel werd geschraapt en het schraapsel werd op een stuk leer gelegd. Dit leer werd vervolgens stevig om de verwonding gebonden totdat alles genezen was. Ook bij gewrichtsproblemen werden soortgelijke papjes gebruikt.
In zijn Cruydeboeck (1554, deel 1 capitel 101) heeft hij het ook over de smeerwortel. Hij noemt hem ‘Waelwortele’.
“Waelwortele heeft rouwe hayrachtighe stelen/ daer aen wassen langhe rouwe bladeren/ den bladeren van groote Tamme ossentonghe volnaer ghelijck/ maer meerder en bruynder. Die bloemen sijn ront en hol/ gelijck cleyne scellekens/ van coluere meest wit/ somtijts oock roodachtich. Die wortel es van buyten swert/ van binnen wit/ ende int aentasten lijmachtich ende slibberachtich.” …
“Dit cruyt heet in Griecx Symphyton, ende Symphyton mega. In Latijn Symphytum magnum en Solidago. In die Apoteke Consolida maior. In Hoochduytsch Walwurtz/ Schmerwurtz/ Schwartwurtz/ Schantzwurtz/ Beinwellen. In Neerduytsch Waelwortel. In Franchois Consyre”….
En verder heeft hij het over de ‘Cracht en werckinghe’
“Die wortel van Waelwortele ghestooten (gestampt) es goet tseghen dat bloet spouwen ende alle inwendighe quetsuren ghedroncken/ ende gheneest die ghescuertheyt (breuken).
Die selve wortele ghestooten heylt ende gheneest alle versche wonden gelijck een plaester (pleister) daer op gheleyt/ ende es soo seer heylsaem dat zy met eenen huspot oft andere stucken van vleesch ghesoden/ die stucken al tsamen aen een doet wassen.
Die wortel van Waelwortel/ gesoden (gekookt) ende ghedroncken doet die fluymen van der borsten ruymen/ ende gheneest die ghequetstheyt van der longhene. Tselve doet sy oock met suycker/ syrope oft huenich vermenght/ ende dicwils in den mont ghenomen ende gheleckt (gelikt).
Die wortel van dese Waelwortele met den bladeren van Cruyscruyt sijn goet gheleyt op alle heete sweeringhen/ sonderlinghe op die heete sweeringhen des fondaments.
Die selve wortel es oock seer goet ghestooten ende op die ghescuertheyt gheleyt.”
“De wortel is van buyten swert, binnen wit, sachte ende zeere de lijmachtichste van alle de planten die wy kennen…. De wortels worden gheconfijt ende zijn zeer goedt teghen zeer veel ghebreken, ende oock worden daer mede salven dicke ghemaeckt: want tgheheel cruydt, bladers ende wortel, dienen om wonden te ghenesen…”
Maarten Willem Houttuyn (1720 – 2 mei 1798)
Maarten Willem Houttuyn was een Nederlandse arts en natuuronderzoeker. Hij schreef in zijn boek “Afbeeldingen der artsenij gewassen (deel 2, 1796):
“De Wortels, van buiten zwart, van binnen wit, bevatten een Lijmachtig Sap, aan het welke bijna ongeloofbare kragten tot samenlijming, zelfs van Beenderen, toegeschreven zijn. Uitwendig opgelegd is een Pap daar van dienstig tot verzagting van de Pijn in versche Wonden, Kneuzingen en Beenbreuken, zelfs in de Jicht. Inwendig dient het Afkooksel tegen Borstkwaalen en de Teering: het verzagt de Scherpheid en ontvellingen van ’t Gedarmte, in Bloedvloeijinghen en de Roode Loop (bloederige buikloop) …”
Nicholas Culpeper was een Engelse botanicus, kruidendokter, arts en astroloog. Zijn boek ‘The English Physitian’ (1652, later Complete Herbal, 1653 e.v.) is een bron van farmaceutische kruidentoepassingen van zijn tijd. Het is één van de meest gedetailleerde werken over medische astrologie in het vroegmoderne Europa. Culpeper catalogiseerde honderden medicinale kruiden. Hij zou zijn hele leven doorbrengen met het catalogiseren van planten op het platteland.
In de 17e eeuw adviseerde Nicholas Culpeper het gebruik van smeerwortel bij aambeien en tepelkloven.
The Complete Herbal is o.a. te koop bij Bol.com. Klik hier!
Flora Batava
Wat is de Flora Batava? De Flora Batava is een botanisch topstuk: het boek verscheen tussen 1800 en 1934 in 28 delen. Het bevat maar liefst 2.240 met de hand gekleurde platen en 5.000 pagina’s tekst. Het is het allereerste geïllustreerde overzicht van de wilde flora in ons land. Tientallen plantenkenners, kunstenaars, inkleurders en uitgevers werkten eraan mee. Door de lange looptijd van 134 jaar geeft het boek ook een bijzonder beeld van de veranderende wetenschap en biodiversiteit in ons land, en het veranderende landschap.
Jan Kops had het in de Flora Batava (deel 3, 1814) over het volgende medicinale gebruik van de smeerwortel voor zijn tijd:
“De Wortel dezer Plant bevat veel slijm- of gomachtig Zap, en wordt uit dien hoofde veelvuldig en met nut gebruikt, als een verzachtend en insolverend middel, om ontstekingen en pijnen te doen bedaren, vooral als pijnstillend middel in verzachtende omslagen. Het afkooksel van dezelve is ook zeer nuttig in Borstkwalen, gelijk ook tegen ontstekingen der Ingewanden, en in de roode Loop.”
Er wordt heel wat onderzoek verricht naar het medicinaal gebruik van smeerwortel. In de Bronnen-lijst vindt u een aantal websites waarin dieper wordt ingegaan op de research m.b.t. de geneeskrachtige bestanddelen.
Op basis van diverse wetenschappelijke studies mogen we concluderen dat smeerwortel een uitstekende plant is voor wondgenezing. Het uitwendig gebruik is zonder gevaar. Men wendt vooral de wortel aan in preparaten (zalf) en past ze toe bij aderontsteking, bloeduitstorting, kneuzing, verstuiking, ontwrichting, vaatkramp, gewrichtsontsteking, spierontsteking, tepelkloven, anale kloven, insectenbeten. perfect gereinigde, oppervlakkige wond.
Belangrijke waarschuwing!
De plant bevat een aantal pyrrolizidine alkaloïden. Deze stoffen zijn niet zonder gevaar, bij inname kunnen ze de lever beschadigen. Ook paarden en vee lopen gevaar op vergiftiging.
Tegenwoordig is smeerwortel opgenomen in de lijst van planten waarvan het verboden is ze inwendig te gebruiken (volgens K.B. van 31.08.2021), vanwege de aanwezigheid van pyrrolizidine alkaloïden. Alleen uitwendig gebruik is toegestaan.
Look-zonder-look! Het klinkt een beetje als ‘zomer-zonder-zon’, ‘stad-zonder-straat’ of ‘BIB-zonder-boek’. Het is er, maar … het is er niet. Waar haalt deze plant haar naam vandaan? Dat merk je onmiddellijk als je de blaadjes tussen de vingers wrijft. Dan komt er inderdaad een typische knoflookgeur vrij. …
Dit artikel over de medicinale toepassingen van de witte dovenetel is een bijdrage van onze medewerker Broeder Yvan Jacques, herborist en abt van het monasterium Mariakluizen te Brakel (Zegelsem.) Ze zijn er weer ! De brandnetels en zijn naaste buur de witte dovenetel of Lamium album …
Dit artikel werd geschreven door Nele Odeur op haar website Scent & Spice. https://www.scentandspice.nl We danken Nele voor de toestemming om het artikel over te nemen; en we kunnen haar website warm aanbevelen. “Als etnobotanica heb ik wetenschappelijke kennis over het gebruik van planten, als kruidenkundige weet ik hoe je die kennis in het dagelijks leven kunt toepassen, en als verhalenverteller kan ik je daar alles op een boeiende manier over vertellen.” (Nele Odeur)
Paardenbloem
Ik zat eens door de recepten op mijn website te bladeren en merkte tot mijn grote verbazing dat ik nog nooit iets over de Paardenbloem heb geschreven, terwijl het toch één van de meest bijzondere (en mooie!) inheemse planten is.
Paardenbloem (Taraxacum officinale) behoort tot de Composietenfamilie (Asteraceae). De plant heeft een onuitroeibare penwortel. Het blad kan ingesneden zijn en rond of langwerpig. Paardenbloem heeft diepgele lintbloemen, die licht geuren, en een typisch kenmerk van deze familie zijn. Alle delen van de plant bevatten melksap of latex. Dit smaakt zeer bitter en is een belangrijk onderdeel van de medicinale kwaliteiten van de plant. De vruchten zijn de bekende pluizenbollen met de zaadjes aan het eind van de vruchtpluis.
Gebruik
De bladeren, bloemen en wortels van de plant worden gebruikt. De bladeren en bloemen kan je best in het voorjaar plukken, in april en mei. De wortel kan in het voor- of najaar geoogst worden. In het voorjaar is de wortel rijk aan bitterstoffen en in het najaar aan inuline. Beide stoffen komen in veel leden van de Composietenfamilie voor. Afhankelijk van de toepassing kies je dus de oogsttijd.
Paardenbloem wordt zowel culinair als medicinaal ingezet. De bladeren zijn lekker in salade of klaargemaakt als spinazie. De bloemen worden gebruikt in thee en andere culinaire bereidingen, zoals wijn, likeur, jam, etc. Van de wortels wordt onder andere paardenbloemkoffie gemaakt.
Door de grote hoeveelheid vitaminen en mineralen die de Paardenbloem bevat, kan de weerstand van mensen die de plant regelmatig toepassen in hun dieet aanzienlijk verhogen. Het blad en de wortel zijn bitter door de aanwezigheid van bitterstoffen in het melksap. Bitterkruiden worden ingezet vanwege een stimulerend effect op de spijsvertering, omdat de bittere bestanddelen de secretie van maag- en darmsappen stimuleren, waardoor voeding beter verteerd wordt. Paardenbloem is ook in gebruik als stimulant voor de lever en gal, en als urinedrijver.
Let wel op! Paardenbloem kent veel contra-indicaties en interacties met reguliere geneesmiddelen als je het in medicinale doses toepast. Vermijd de plant bij galaandoeningen. Door de galdrijvende werking van Paardenbloem, kan er een opeenhoping van gal ontstaan. Kijk ook uit bij maagzweren, hartfalen, nierfalen, diabetes en bipolaire stoornis, want Paardenbloem kan een interactie hebben met medicatie die hierop gericht is. De plant heeft effect op de leverfunctie. Daardoor is het aannemelijk dat het kruid een interactie heeft met middelen die in de lever worden afgebroken en getransformeerd (en dat zijn er veel). Ten slotte reageren sommige mensen allergisch op de latex in de plantendelen.
Paardenbloemmokka
Warm, bitter, lichtjes zoet. Deze paardenbloemmokka heeft een gelaagde smaak en is een heerlijk herfstig alternatief voor koffie. Kruidenkoffies zijn net als kruidentheeën een alternatief voor de “echte” koffie en thee, maar dan zonder de cafeïne- of theïnekick. Het is een ideaal alternatief voor als je op zoek bent naar een zachtere benadering van je ochtendroutine of ’s avonds op de bank nog iets lekkers wilt, zonder ervan wakker te liggen.
Paardenbloem en cichorei geven de kruidenmokka een bittere en aromatische smaak. Geroosterde paardenbloemwortel is ietwat bitterzoet met een lichte karamelsmaak. Het wordt traditioneel door herboristen gebruikt als ondersteuning voor de lever en spijsvertering. De wortel is, net als cichoreiwortel, rijk aan inuline. Dit heeft een lichtzoete smaak en dient als prebioticum, oftewel voedsel voor de darmflora. Cichorei wordt gebruikt als een traditioneel en goedkoop alternatief voor koffie.
Adaptogenen
Verder zitten er ingrediënten in met adaptogene effecten. Kort gezegd zijn adaptogenen kruiden die de hormonen- en neurotransmitterbalans in het lichaam herstellen en op die manier fysieke en geestelijke stressreacties kunnen verminderen. Reishi (en ook andere medicinale paddenstoelen) zijn populaire toevoegingen aan koffieblends, vanwege het adaptogene effect en als ondersteuning voor het immuunsysteem. Meer informatie over reishi kan hier vinden. Je zou ook voor andere medicinale paddenstoelen kunnen kiezen, zoals chagas, cordyceps of pruikzwam. Rozenwortel heeft een adaptogene werking en is een goede bron van stoffen die de aanmaak van neurotransmitters, zoals dopamine, serotonine en acetylcholine stimuleren, waardoor je beter in je vel zit. Zoethoutwortel zorgt voor een beetje zoetheid, maar heeft eveneens een adaptogene werking en daarmee effect op de stressrespons van het lichaam. Bovendien is de aanwezige glycyrrhizine licht stimulerend, zonder de heftigheid van cafeïne.
Cacao nibs zorgen voor een subtiele chocoladesmaak. Vanwege de aanwezige theobromine werkt het licht stimulerend (maar veel minder dan cafeïne). Kaneel, ten slotte, zorgt voor een hint van zoet, zonder dat er suiker in het recept verwerkt zit.
Wat heb je nodig?
2 theelepels geroosterde paardenbloemwortel
2 theelepels geroosterde cichoreiwortel
1/2 theelepel rozenwortel
1/2 theelepel zoethoutwortel
1/2 theelepel reishipoeder
1 eetlepel cacao nibs
1/4 theelepel kaneel
4 mokken water
2 mokken melk of plantaardige melk
1/4 vanillestokje
Optioneel: kruiden naar smaak, vb. kruidnagel of kardemom
Aan de slag
Doe alle kruiden, behalve het vanillestokje en de optionele kruiden, samen in een pannetje en maak een decoct. Een decoct of afkooksel verschilt van een infusie of kruidenthee, omdat je de kruiden een tijd in het water meekookt. Dit is nodig om de celwanden in de hardere plantendelen af te breken, waardoor aromatische en medicinale stoffen uit de plant makkelijker in het water terechtkomen. Begin met koud water dat je tot koken brengt, want dit verbetert de smaak en onttrekt de plantenstoffen efficiënter.
Laat de kruiden 15 tot 20 minuten koken. Zeef de kruiden eruit met een koffiefilter of door een kaasdoek. Giet het mengsel in 4 mokken (of bewaar een deel in de koelkast voor maximaal 3 dagen). Schuim melk op met een opschuimer, samen met het vanillestokje en optioneel extra kruiden, of verwarm de melk in een pannetje en klop het op. Dit geeft minder schuim, maar smaakt nog steeds lekker. Giet het melkschuim in de mokken en serveer heet. Geniet!
Tijdens de Middeleeuwen werd het kruid al gebruikt bij kiespijn en neusbloedingen. Men geloofde dat, als de patiënt het takje van het herderstasje links in de hand hield, de bloeding van het rechterneusgat zou verdwijnen en omgekeerd. Hildegard von Bingen Herderstasje wordt niet expliciet genoemd …
De hiernavolgende tekst werd geschreven door Andrea Bleeker. Met dank voor de toestemming om de tekst te mogen gebruiken. We bevelen de website van Andrea ten zeerste aan. Het URL vindt u onderaan dit artikel. Sterk varkensgras Ons lichaam heeft een bepaalde hoeveelheid voedingsstoffen nodig …
Verschillende delen van de paardenbloem, waaronder de bladeren, wortels en bloemen kan men gebruiken vanwege hun potentiële medicinale eigenschappen.
Dioscorides
Volgens sommige bronnen wordt de paardenbloem al vermeld in de ‘Materia Medica’ (Περὶ Ὕλης Ἰατρικῆς) van Dioscorides, een Griekse arts en farmacoloog die in de 1e eeuw na Christus leefde. De ‘Materia Medica’ is een uitgebreide farmacopee die een breed scala aan medicinale planten en hun gebruik beschrijft. Maar zelf hebben we bij onze uitvoerige online research die beschrijving in geen enkele vertaling kunnen terugvinden. Ook niet na het inschakelen van artificiële intelligentie.
Hildegard von Bingen
Hildegard von Bingen (1098-1179) was een Duitse abdis, mysticus en kruidkundige die uitgebreid schreef over medicinale planten in haar werk “Physica”. Daarin besprak Hildegard verschillende planten en hun geneeskrachtige eigenschappen.
Hoewel Hildegard von Bingen Taraxacum officinale niet vermeldt bij zijn moderne botanische naam, beschreef ze wel planten met kenmerken die vergelijkbaar zijn met paardenbloem. Ze schreef over planten met een bittere smaak en diuretische eigenschappen. Deze beschrijvingen komen volledig overeen met de eigenschappen van paardenbloem.
In “Physica” schreef Hildegard over de gezondheidsvoordelen in de context van middeleeuwse kruidengeneeskunde. Ze beschouwde paardebloem als een waardevol kruid met eigenschappen die gunstig waren voor verschillende gezondheidsproblemen. Ze geloofde dat het kruid kon worden gebruikt om de lever en galblaas te ondersteunen, waardoor de spijsvertering en het algehele welzijn werden bevorderd. Haar geschriften benadrukten vaak de onderlinge verbondenheid van lichaam, geest en ziel. Ze beschouwde planten als geschenken van God die gebruikt konden worden voor genezing.
Hoewel Hildegard’s opvattingen over medicinale planten geworteld waren in het middeleeuwse begrip van kruidengeneeskunde zijn haar bijdragen op het gebied van kruidengeneeskunde opmerkelijk. Haar werk is bestudeerd op zijn historische en culturele betekenis in de context van middeleeuwse kruidenkennis.
Rembert Dodoens
Rembert Dodoens (1517–1585), ook bekend als Dodonaeus, was een Vlaamse arts en botanicus die aanzienlijk bijdroeg aan het gebied van de kruidengeneeskunde. In zijn beroemde werk “Cruydeboeck”, voor het eerst gepubliceerd in 1554, gaf Dodonaeus gedetailleerde informatie over verschillende planten, inclusief hun medicinale toepassingen.
Met betrekking tot de paardenbloem noemde Dodonaeus ook zijn diuretische eigenschappen en raadde het aan voor de behandeling van problemen met betrekking tot de lever en de nieren. Net als Hildegard von Bingen voor hem, waardeerde Dodonaeus paardenbloem vanwege zijn vermogen om de urineproductie te stimuleren, waarvan werd gedacht dat het gunstig was voor bepaalde gezondheidsproblemen.
Nicholas Culpeper
Nicholas Culpeper (1616 – 1654) schreef in zijn boek ‘The Complete Herbal’ (1652-‘53):
“Paardenbloem valt onder de heerschappij van Jupiter. Het is van een openings- en reinigingskwaliteit, en daarom zeer effectief voor de obstructies van de lever, gal en milt, en de ziekten die daaruit voortvloeien, … het opent de urinepassages zowel in jong als oud…
Je ziet hier welke deugden dit gewone kruid heeft, en dat is de reden waarom de Fransen en Nederlanders ze zo vaak in het voorjaar eten…”
Later, in de 18de eeuw, werd paadenbloem algemeen erkend als een medicinale plant. Tijdens deze periode was kruidengeneeskunde een gangbare praktijk, en verschillende planten werden veel gebruikt om hun waargenomen therapeutische eigenschappen. Paardebloem was geen uitzondering, en het had een plaats in de traditionele geneeskunde.
Kruidenboeken en recepten uit de 18e eeuw bevatten vaak informatie over het gebruik van paardenbloem. De plant stond bekend om zijn diuretische eigenschappen en werd verondersteld gunstig te zijn voor aandoeningen die verband hielden met de nieren en de lever. De wortels, bladeren en soms zelfs de bloemen van paardenbloem werden gebruikt voor medicinale doeleinden.
Kruidendokters en artsen van de 18e eeuw, beïnvloed door eerdere kruidentradities, adviseerden paardenbloem vaak vanwege zijn vermogen om de spijsvertering te stimuleren, het bloed te reinigen en het algehele welzijn te bevorderen. Hoewel het begrip van medicinale planten niet zo nauwkeurig of wetenschappelijk geïnformeerd was als het nu is, bleef dit traditionele gebruik bestaan en droeg het bij aan het historische belang van paardenbloem in de kruidengeneeskunde.
Hedendaags onderzoek
Tegenwoordig wordt veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de werkzame stoffen in de plant. Recente wetenschappelijke onderzoeken hebben ondermeer aangetoond dat paardenbloem ‘mogelijks’ kan ingezet worden bij de behandeling van sommige kankers. De eerste positieve resultaten in het laboratorium hebben geleid tot meer gesubsidieerd wetenschappelijk onderzoek. Een volgende stap is onderzoek bij proefdieren en mensen. De resultaten bij patiënten moeten worden afgewacht voordat met meer zekerheid over de werkzaamheid van paardenbloemen uitspraken gedaan kunnen worden.
Taraxacum officinale wordt traditioneel gebruikt voor verschillende medicinale doeleinden. Hoewel wetenschappelijk onderzoek naar de werkzaamheid ervan aan de gang is wordt het toegepast bij:
Lever: paardebloem werd historisch gebruikt om de lever te ondersteunen. Er wordt aangenomen dat het diuretische eigenschappen heeft die kunnen helpen gifstoffen uit het lichaam te elimineren.
Spijsvertering: paardebloem wordt gebruikt als een mild laxeermiddel. Het kan helpen de spijsvertering te stimuleren en problemen zoals constipatie te verlichten.
Diuretische eigenschappen: de diuretische eigenschappen van paardenbloem kunnen de verhoogde urineproductie bevorderen, wat kan helpen bij het verwijderen van overtollig vocht uit het lichaam.
Ontstekingsremmende effecten: sommige studies suggereren dat paardenbloem ontstekingsremmende eigenschappen kan hebben, wat gunstig kan zijn voor aandoeningen die gepaard gaan met ontsteking.
Rijk aan voedingsstoffen: paardebloembladeren zijn rijk aan vitamines en mineralen, waaronder vitamine A, C en K, evenals calcium, kalium en ijzer. Deze voedingsstoffen dragen bij aan zijn reputatie als heilzame plant.
Waarschuwing
Paardenbloem fungeert als een diureticum, waardoor medicijnen je lichaam sneller kunnen verlaten dan wenselijk. Het kan ook een wisselwerking hebben met een aantal medicijnen die door de lever worden afgebroken.
Het is belangrijk op te merken dat, hoewel de paardenbloem een lange geschiedenis van traditioneel gebruik heeft, wetenschappelijk onderzoek naar zijn geneeskrachtige eigenschappen nog volop aan de gang is. Zoals bij elk kruidenmiddel is het raadzaam om een gehomologeerd fytotherapeut te raadplegen voordat u paardenbloem voor medicinale doeleinden gebruikt, vooral als u medicijnen gebruikt of reeds bestaande gezondheidsproblemen heeft. Dit artikel vervangt ook geenszins het advies van een arts of deskundig zorgverlener. Lees daaromtrent de disclaimer onderaan deze pagina.
Als je door Brugge wandelt zie je overal op oude vestingmuren, op bruggen en kademuren, op de stoep, tegenaan huisgevels en op daken de muurleeuwenbek, met zijn sierlijke lila bloempjes met kleine gele vlekken. Gelukkig niet enkel in Brugge, evenzo in andere steden, want deze typische …